Artrose MTP 1
Pathofysiologie:
Artrose is een aandoening waarbij het kraakbeen in kwaliteit achteruitgaat. Het kraakbeen wordt dunner en zachter en kan zelf helemaal verdwijnen, waardoor er bot op botcontact ontstaat in het gewricht. Artrose in het grote teengewricht lijdt meestal tot een bewegingsbeperking. Ook kan de grote teen een andere stand aan nemen, zoals een hallux valgus.
Symptomen:
Als gevolg van de artrose ontstaat er meestal een bewegingsbeperking (hallux rigidus) in het grote teengewricht. Daarnaast treedt er vaak een stekende en zeurende pijn op ter hoogte van het gewricht. Deze pijn is met name aanwezig tijdens belasting waarbij de grote teen gebogen wordt zoals afzetten tijdens het lopen, traplopen en het dragen van hoge hakken. Ook kan er sprake zijn van botgroei (exostose) ter hoogte van het grote teengewricht en kan het gewricht rood en warm zijn. Klachten worden vaak minder bij het dragen van schoenen met een stevige loopzool.
Oorzaak:
Artrose in het MTP1 gewricht kan ontstaan door verschillende oorzaken. Leeftijd en genetische bepaling (primaire artrose) kan een rol spelen maar de artrose kan ook als gevolg van reuma, jicht, een breuk/trauma en een hallux valgus (secundaire artrose) ontstaan.
Behandeling:
Als er eenmaal artrose in een gewricht zit is dit proces niet meer terug te draaien. Artrose is dus niet te genezen. Wel zijn er mogelijkheden om de klachten te verlichten. Zo kunnen er podotherapeutische zolen gemaakt worden, kunnen schoenen met een stijve loopzool zoals wandelschoenen worden geadviseerd of kan het advies zijn om een afwikkelvoorziening of zoolverstijving in uw schoen te laten maken.
In sommige gevallen is het noodzakelijk om de klachten operatief te verhelpen. Indien nodig zal de podotherapeut dit met u overleggen en u waar nodig doorverwijzen.
Wat kunt u zelf doen?
Door het dragen van schoenen met een stevige loopzool met een afwikkeling erin (denk hierbij bijvoorbeeld aan een wandelschoen), kunt u ervoor zorgen dat er minder buigbeweging in het grote teengewricht plaats vinden. Hierdoor zal er in de meeste gevallen minder pijn worden ervaren tijdens het lopen.
Capsulitis
Pathofysiologie
Een capsulitis is een gewrichtsontsteking of irritatie van de gewrichten in de voorvoet. Het ontstaat in de gewrichten die de tenen met de middenvoetsbeentjes verbindt. De klachten worden ervaren onder de bal van de voet (voorvoet).
Symptomen
Er worden klachten ervaren ter hoogte van de “bal” van de voet. Het wordt meestal als een stekende of zeurende pijn beschreven, maar kan ook een branderig gevoel geven. De klachten worden met name gevoeld bij het belasten van de voorvoet zoals bij het afwikkelen van de voet. Klachten verergeren bij meer belasten. Soms kan er sprake zijn van zwelling, roodheid en warmte.
Oorzaak
Een capsulitis wordt veroorzaakt door een vergrote belasting op de voorvoet. Dit kan meerder oorzaken hebben, zoals:
– Afwijkende voetstand zoals een hol voet of doorgezakte voorvoet.
– Afwijkend looppatroon zoals een verstijfde grote teen (hallux rigidus/hallux limuts) waardoor de afwikkeling niet over de grote teen plaatsvindt maar over de buitenzijde van de voorvoet.
– Verkeerd schoeisel zoals schoenen met hoge hakken of schoenen met hele slappe zolen.
– Overbelasting door sport of een beroep waarbij veel moet worden gestaan of gelopen of veel wordt gehurkt op de voorvoeten.
– Een onderliggende aandoening zoals ontstekingsreuma.
Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de oorzaak van het ontstaan van de klachten. Bij een afwijkende voetstand of afwijkend looppatroon kunnen podotherapeutische zolen worden aangemeten, om zo de druk onder de voorvoet te verminderen. Ook is het belangrijk om goede schoenen te dragen. Schoenen met een stevige loopzool en het buigpunt op de juiste plek (onder de bal van de voet), zorgen voor een betere afwikkeling en verminderde druk onder de voorvoet.
Als er sprake is van klachten door een te grote belasting bij sport of werk dan kan er een advies gegeven worden om de belasting te verminderen en de voet rust te geven.
Wat kunt u zelf doen
Bij klachten is het belangrijk om de voet te ontlasten en de tijd te geven te kunnen herstellen. Daarnaast kunt u zelf stevige schoenen dragen zoals hierboven beschreven om de belasting op de voorvoet te verminderen. Blijven de klachten bestaan of keren de klachten regelmatig terug dan is het verstandig om een afspraak te maken. Wij kunnen dan kijken naar de oorzaak van de klachten en u voorzien van advies en een passende behandeling.
Digitus quintis varus (scheve kleine teen)
Pathofysiologie
Een digitus quintis varus is een scheve kleine teen. De kleine teen wijst naar binnen en ligt in veel gevallen over de 4de teen heen.
Symptomen
Zoals hierboven al beschreven staat is het een standsafwijking van de kleine teen. Dit op zich hoeft geen problemen te geven, maar vaak zien we dat de 5de teen sneller in de knel komt te zitten in de schoen. Hierdoor ontstaan er op de teen, of tussen de tenen drukplekken en likdoorns.
Oorzaak
Voetstand en ook teenstand is vaak deels erfelijk bepaald. Daarnaast kunnen factoren als afwijkende voetstand en verkeerd schoeisel ook voor problemen zorgen. Door druk van een afwijkende voetstand (te veel naar buiten staan bij holvoet) kan het kleine teentje gedwongen worden een andere stand aan te nemen. Ook door druk van de schoenen bij te kleine of te smalle schoenen kan dit voorkomen.
Behandeling
Er zijn meerdere mogelijkheden voor het behandelen van een digitus quintis varus. De teenstand kan in veel gevallen (deels) gecorrigeerd worden doormiddel van een teenorthese zodat de 4de en 5de teen niet meer op elkaar komen te zitten, en de afwijkende voetstand kan worden gecorrigeerd doormiddel van podotherapeutische zolen. Indien de stand rigide is (dus niet meer te corrigeren) zal worden gekeken naar oplossingen om de druk op de teen te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld doormiddel van schoenadvies of een beschermende teenorthese.
Wat kunt u zelf doen?
Zorg voor schoenen met voldoende teenruimte. Zowel in de lengte, breedte als in de hoogte, zodat de kleien teen voldoende ruimte heeft en niet in de verdrukking komt.
Fasciitis plantaris / hielspoor
Pathofysiologie
De fascia plantaris is de bindweefselband (oftewel peesplaat) die onder de voetzool doorloopt en de bal van de voet met het hielbeen verbindt. Fasciitis plantaris is een overbelasting van deze peesplaat. Veelvuldige belasting van de peesplaat kan leiden tot microscheurtjes wat eventueel kan leiden tot ontsteking en degeneratie van het bindweefsel in de peesplaat. De term fasciïtis zegt ons dat we hier te maken hebben met een ontstekingsproces (de uitgang -itis wijst op een ontsteking). Hoewel er aanvankelijk inderdaad een ontstekingsproces plaatsvindt, wat zich o.a. uit in roodheid, zwelling en pijn, veranderd deze aandoening snel naar een degeneratief proces. We spreken dan van een tendinose (peesplaat irritatie) in plaats van een tendinitis (ontsteking van de peesplaat). Als de aandoening langdurig bestaat treedt er vaak een verkalking in de aanhechting van de peesplaat aan het hielbeen op, die de naam ‘hielspoor’ draagt. Deze is echter niet de oorzaak van de pijn, maar een gevolg van de ontstekingsprocessen. Fasciitis plantaris is een vaak voorkomende overbelasting van de voet die vooral pijn in de hielstreek veroorzaakt. Men spreekt daarom dikwijls over hielpijn.
Symptomen
Er is een vaak diffuse pijn onder de hiel, die eventueel kan uitbreiden richting de voetzool. Typisch is dat de pijn toeneemt indien men gewicht zet op de voet en dat de pijn het ergst is in het begin van de belasting, bijvoorbeeld ’s morgens na het uit bed komen of indien men begint te lopen na een tijdje gezeten te hebben. Indien men even rondwandelt zal de pijn vaak verminderen. Vaak is er een specifiek pijnpunt aan de voorzijde van de hiel.
Oorzaken/ Risicofactoren
Een fasciitis plantaris ontstaat als gevolg van veelvuldig te grote belasting op de peesplaat. Een afwijkende voetstand zoals het te veel naar binnen kantelen van de voet kan een vergrote spanning geven op de peesplaat. In combinatie met vergrote belasting en vaak te korte spieren kan dit problemen geven. Ook sporters met een sterke belasting op de peesplaat, zoals lopers en mensen die springsporten doen, hebben een verhoogd risico. Dit is zeker het geval indien de trainingsintensiteit fel wordt opgedreven of er op onaangepaste ondergrond getraind wordt. Ook een trauma, zoals hard neerkomen op een platte voet, kan aanleiding geven tot irritatie van de peesplaat. Tevens is er een duidelijk verband te vinden met overgewicht. Door overgewicht komt er meer gewicht en daardoor meer spanning op de voeten te staan. Ook een slechte afrolpatroon/afwikkeling van de voet wordt geassocieerd met deze aandoening.
Behandeling
De fasciitis plantaris is een lastige en pijnlijke klacht. Meestal gaat de klacht vanzelf over, maar dit kan wel 1 à 2 jaar duren. Er zijn een aantal behandelingen mogelijk die de klachten kunnen verminderen en het herstel kunnen bevorderen. De behandeling van de fasciitis plantaris kent drie belangrijke pijlers, namelijk het verminderen van de ontsteking in de acute fase, verminderen van de belasting op de peesplaat en het herstellen van spierkracht en flexibiliteit. Het verminderen van de ontsteking kan gebeuren doormiddel van het koelen van de pijnlijke plek en het nemen van onstekingsremmers gedurende enkele dagen. Bij hele erge ontstekingsverschijnselen kan in overleg met de huisarts overwogen worden om een lokale injectie met corticoïden te geven. Echter zitten hier ook veel nadelen aan en wordt daarom vaak niet gedaan. Vervolgens is het belangrijk om de belasting op de peesplaat te verminderen. Het belangrijkste hierbij is om de voet rust te geven en belasting die de klachten uitlokken te vermijden. Daarnaast kan de voet tijdelijk worden getaped om de spanning van de pees af te halen. Bij een afwijkende stand van de voet kan een podotherapeutische steunzool aangemeten worden. Deze zorgt ervoor dat de spanning op de fascie verminderd wordt en zo ook de oorzaak van de klachten wordt aangepakt. De steunzolen werken het beste in combinatie met een paar stevige (sport) schoenen. Tevens is het belangrijk om de kuitspieren te rekken. Dit moet wel dagelijks gedaan worden. Vaak wordt bij het behandelen van een fasciitis plantaris samengewerkt met andere disciplines zoals fysiotherapeuten. Hierbij kan bijvoorbeeld shockwavetherapie (ESWT) ingezet worden.
Wat kunt u zelf doen?
Het allerbelangrijkste is om zoveel mogelijk rust te houden. Een fasciitis plantaris is een overbelasting klacht en kan alleen herstellen door de structuren zoveel mogelijk rust te geven. Is er sprake van ontstekingsverschijnselen zoals roodheid, warmte en zwelling, koel dan de pijnlijke plek. Is er geen ontsteking aanwezig dan kunt u zelf beginnen met rustig rekken van de kuitspieren. (Link rekoefeningen toevoegen) Probeer daarnaast zo stevig mogelijke schoenen te dragen. Op die manier kunt u de pees al enige rust geven. Bij veel klachten of aanhoudende klachten is het verstandig om contact met ons op te nemen.
Fat pad syndroom
Pathofysiologie
Onder de voet is het weefsel normaal gesproken opgebouwd uit een soort vetkusentjes. Deze kussentjes zorgen voor een dempende laag onder de hiel en voorvoet waardoor schokken op de voet tijdens belasting worden gedempt. Bij het fat pad syndroom is er sprake van verslechtering/ beschadiging of vermindering van het vetkussentjes onder de voet. Hierdoor worden ze steeds dunner en kunnen ze zelfs helemaal verdwijnen. U kunt dan het gevoel hebben op botjes te lopen.
Symptomen
De symptomen van het fat pad syndroom zijn vaak pijnklachten van de hiel die lijken op een hielspoor. Echter zit de pijn niet aan de voorzijde van de hiel maar minder onder de hiel. Meestal is de pijn die wordt ervaren een doffe pijn. Als het fat pad onder de voorvoet is verdwenen ervaren mensen vaak het gevoel op botjes te lopen. Ook kunnen de gewrichtjes geïrriteerd of ontstoken raken waardoor er een capsulitis ontstaat.
Oorzaak
Het fat pad syndroom ontstaat als gevolg van slijtage waarbij weefsel (het vetweefsel/vetkussentjes) afsterft. Dit kan komen door ouderdom, maar kan ook al op jongere leeftijd ontstaan door extra overbelasting op de voeten bijvoorbeeld bij veel sporten of overgewicht. Soms ontstaat de slijtage als gevolg van een onderliggende ziekte als diabetes of reuma.
Behandeling
Als de vetkussentjes zijn verdwenen kunnen deze niet meer terugkomen. Wel kan de pijn worden verlicht. Er kunnen podotherapeutische zolen gemaakt worden met zachte elementen om de demping van de vetkussentjes tijdens het lopen na te bootsen. Daarnaast kunnen schoenen met stevige maar zachte zool ook verlichting geven.
Wat kunt u zelf doen
Probeer bij klachten zoveel mogelijk schoenen met een stevige maar dempende zool te dragen.
Haglundse exostose
Pathofysiologie
Een haglundse exostose is een abnormale botgroei aan de achterzijde van de hiel, wat zorgt voor een botuisteeksel op die plek. De aandoening wordt vaak gezien bij mensen die schaatsen of schoenen dragen met een harde hielkap (contrefort). Vaak is er naast een haglundse exostose ook sprake van een slijmbeursontsteking en/of achillespees ontsteking.
Symptomen
Bij een haglundse exostose is er sprake van een verharde zwelling op de achterzijde van de hiel. Deze kan pijnlijk zijn met name bij druk op de plek. De plek kan ook irriteren en dan rood verkleuren. In sommige gevallen is de slijmbeurs die op de hiel zit ook ontstoken en ontstaan er ontstekingsverschijnselen (roodheid, warmte en zwelling). Slecht passende schoenen en druk op de verdikking verergeren de klachten. Lopen op blote voeten of slippers geeft juist verlichting van de klachten.
Oorzaak
Een haglundse exostose wordt gevormd door abnormale botgroei aan het hielbeen. Deze botgroei ontstaat als beschermingsmechanisme van het lichaam door overmatig druk of trekkrachten op het hielbeen. Vaak is een regelmatige en te grote druk van de hielkap van de schoen de grootste oorzaak van het ontstaan van een haglundse exostose, maar vergrote trekkrachten op de achillespees (die op het hielbeen aanhecht) als gevolg van een afwijkende voetstand (te veel naar binnen of buiten kantelen van de voet) kunnen bijdragen aan het ontstaan van een haglundse exostose.
Behandeling
Een haglundse exostose verdwijnt niet meer uit zichzelf. De behandeling richt zich daarom op het verminderen van pijnklachten. Dit kan gedaan worden door het botuitsteeksel vrij te leggen van de druk die erop staat. Dit kan tijdelijk door het aanleggen van een viltring om de pijnlijke plek, of meer definitief door het uitdeuken van de hielkap van de schoen of het kopen van schoenen met een zachtere hielkap. Als een afwijkende voetstand (mede) de oorzaak is van het ontstaan van de haglundse exostose kunnen podotherapeutische zolen helpen om de spanning te verminderen en daardoor verergering te voorkomen.
In ernstige gevallen waarbij bovenstaande oplossing geen verlichting geven, kan een operatieve behandeling worden uitgevoerd, waarbij de botgroei wordt verwijderd.
Wat kunt u zelf doen
Heeft u last van een haglundse exostose, draag dan schoenen met een zachte hielkap zodat de druk op de exostose wordt verminderd. Eventueel kunt u bij de schoenmaker uw schoenen laten uitdeuken op de pijnlijke plek zodat het botuitsteeksel wordt ontlast.
Hallux rigidus en Hallux limitus
Pathofysiologie:
De grote teen (ook wel hallux genoemd in de medische taal) heeft een belangrijke functie tijdens de afwikkeling van de voet. Het kan voorkomen dat het afwikkelen moeilijker gaat omdat de grote teen minder goed of helemaal niet goed meer kan bewegen. Wanneer er sprake is van een verminderde bewegelijkheid spreken we over een hallux limitus, is er helemaal geen beweging meer mogelijk in het grote teengewricht dan spreken we van een hallux rigidus.
Doordat de afwikkeling bemoeilijkt wordt door de verminderde bewegelijkheid kunnen er klachten ontstaan aan het grote teengewricht of op andere plekken in de voet.
Symptomen:
De aandoening hoeft op zich geen klachten op te leveren. Sommige mensen hebben nergens last van. Klachten die kunnen optreden zijn moeite met afwikkelen en pijn en zwelling in het grote teengewricht als gevolg van verhoogde stress in het gewricht door de functiebeperking.
Daarnaast zien we vaak dat, omdat de afwikkeling wordt beperkt het lichaam dit ergens anders gaat compenseren. Hierdoor kan het laatste kootje van de grote teen omhoog gaan staan, of gaan mensen meer over de buitenzijde van de voet afwikkelen waardoor er overbelasting en klachten in andere gewrichten plaats vindt.
Oorzaak:
Er kunnen meer oorzaken zijn waardoor een hallux limitus of rigidus ontstaat.
- Er kan sprake zijn van een gewrichtsontsteking zoals jicht en reuma. Als gevolg van die ontsteking maakt het lichaam extra bot aan in het gewricht waardoor de grote teen minder goed kan bewegen.
- Ook een hallux valgus kan voor een bewegingsbeperking zorgen. Doordat het de teen scheef in het gewricht staat kan er verminderde bewegelijkheid optreden.
- Slijtage van het kraakbeen in het gewricht is ook een mogelijke oorzaak. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan als gevolg van een trauma, of door langdurige overbelasting in het gewricht.
- Het is ook mogelijk dat de hallux alleen tijdens het gebruik beperkt is, maar onbelast gewoon normaal kan bewegen. In dat geval spreken van een functionele hallux limitus. De oorzaak hiervan is dat de pees van de grote teen die aan de onderzijde van de voet loopt te strakgespannen staat. Hierdoor laat deze pees minder bewegelijkheid toe in het gewricht.
Behandeling:
De belangrijkste behandeling bij een hallux limitus of hallux rigidus is vaak een gedegen schoenadvies. Belangrijk is dat het accent ligt op het dragen van schoenen met een stijve loopzool om de afwikkeling van de grote teen te verminderen. Op deze manier neemt de schoen als het ware de functie van de grote teen over, en wordt het gewricht zoveel mogelijk ontzien.
Daarnaast is het mogelijk dat de podotherapeut een zool aanmeet, waarbij het grote teengewricht zoveel mogelijk wordt ontlast en de afwikkeling wordt ondersteund.
Wat kunt u zelf doen?
Om de beweging in het grote teengewricht te verminderen en daardoor de stress factoren die pijn op leveren te verminderen is het dragen van een goede stevige schoen met een stijve afwikkeling erg belangrijk.
Hallux abducto valgus/ scheefstaande grote teen/ Knobbel op de grote teen:
Pathofysiologie:
Een hallux valgus is een veel voorkomende voetklacht waarbij de grote teen scheef gaat staan. Het wordt vaker bij vrouwen dan bij mannen gezien, maar ook mannen kunnen er last van krijgen. Soms ontstaat er een extra knobbel aan de buitenzijde van de teen door extra aangroei van kraakbeen. Deze knobbel kan pijnlijk en rood zijn en soms gaat deze ontsteken. Er is dan sprake van een slijmbeursontsteking. De meeste mensen ervaren dan ook klachten bij het dragen van schoenen, doordat er druk en wrijving op de knobbel ontstaat. Daarnaast vinden veel vrouwen de voet minder mooi als gevolg van de hallux valgus.
Symptomen:
Bij een hallux valgus staat de grote teen scheef ten opzichte van de andere tenen. De grote gaat naar de kleine tenen toe staan. Hierdoor ontstaat vaak een knobbel aan de buitenzijde van de voet. Deze kan rood en gezwollen zijn en het is vaak moeilijk een schoen te dragen hierdoor.
Bij een ernstige scheefstand kan ook de tweede teen scheef gaan groeien, omdat deze door de grote teen wordt weggeduwd. Vaak gaat als gevolg van de druk de tweede teen uiteindelijk op of onder de grote teen zitten.
Oorzaak:
- Erfelijkheid lijkt een belangrijke rol te spelen bij het ontwikkelen van een hallux valgus. Meestal komt een hallux valgus bij meerdere familieleden voor.
- Dragen van verkeerd schoeisel. (te smal bij de tenen, hoge hakken)
- Afwijkende voetstand.
- Slapte van de pezen en spieren van de voet.
- Onderliggende aandoening zoals reuma waardoor er als gevolg van ontstekingen standsafwijkingen in de voet ontstaat.
Behandeling:
- Podotherapeutische zolen om de standsafwijking van de voet te corrigeren en de druk rondom het grote teengewricht te verminderen.
- Schoenadvies, schoenen die voldoende stevig zijn maar met voldoende ruimte voor de knobbel.
- Teenstukje (orthese) om de druk tussen de tenen te verminderen.
- Voetoefeningen om de voetspieren sterker te maken.
De grote teen zal door deze behandelingen niet recht gaan groeien en de knobbel zal ook niet verdwijnen. De behandelingen zorgen ervoor dat de pijn vermindert en dan de scheefstand niet verergert.
Wat kunt u zelf doen?
Zorg dat de druk op de knobbel zo min mogelijk is door het dragen van schoenen met voldoende ruimte en zacht materiaal.
Klauwstand en hamerstand tenen
Pathofysiologie:
Hamertenen en klauwtenen zijn een standsafwijking van de tenen waarbij de tenen krom gaan staan. Alle tenen behalve de grote teen kunnen in een hamer- of klauwstand komen te staan. Bij een klauwteen zijn beide kootjes van de teen gebogen en bij een hamerteen is alleen het eerste kootje van de teen gebogen en het tweede kootje gestrekt.
Symptomen:
Een klauw- of hamerteen hoeft geen klachten te geven. Er is dan alleen een afwijkende stand van de teen of tenen te zien. De meeste mensen die last hebben van een klauw- of hamerteen hebben pijnklachten. Ook kunnen er drukplekken of likdoorns ontstaan op de teen, omdat deze tegen de bovenzijde van de schoen aankomt. Vaak wordt het daardoor ook moeilijker om een goed passende schoen te vinden.
Er kan sprake zijn van een structurele stand waarbij de afwijkende tenen stijf zijn en er geen bewegelijkheid en correctie meer mogelijk is. Of van een niet structurele klauw- of hamerstand waarbij er nog wel beweging en correctie mogelijk is.
Oorzaak:
Bij een klauw- of hamerteen is het evenwicht van de kleine voetspiertjes verstoord omdat de functie van deze spiertjes uitvalt. Dit kan te maken hebben met ouderdom, maar kan ook gebeuren als gevolg van een trauma (stoten van de tenen) of door het dragen van te kleine schoenen. Ook kan een onderliggende aandoening de oorzaak zijn van het ontstaan van klauw- of hamertenen zoals artrose, diabetes of reuma. Bij bepaalde voettype zoals mensen met een holvoet komen klauw- en hamertenen vaker voor.
Behandeling:
Klauw- en hamertenen hoeven niet altijd problemen op te leveren. Zijn er geen klachten dan hoeft er niet iets gedaan te worden. Zijn er wel klachten dan is het verstandig om een afspraak bij de podotherapeut te maken. Als er sprake is van diabetes of reuma kunnen klauw- en hamertenen grotere problemen opleveren en is het altijd verstandig een afspraak bij de podotherapeut te maken.
De behandeling is afhankelijk van de klachten en of er sprake is van een structurele of niet structurele klauw- of hamerstand. Is er sprake van een structurele stand dan zal de behandeling vooral gericht zijn op het verminderen van de klachten. Hierbij speelt een schoenadvies een grote rol, omdat meestal de druk van de schoen voor problemen zorgen. Daarnaast kunnen er hulpmiddelen worden aangemeten zoals een teenorthese of podotherapeutische zool om pijnklachten te verlichten.
Is er sprake van een niet structurele stand dan kan de behandeling zich ook richten op (deels) correctie van de teen/tenen. Hierbij kan een corrigerende teenorthese gemaakt worden of podotherapeutische zolen teneinde de stand te corrigeren en pijnklachten te verlichten.
Wat kunt u zelf doen?
Let altijd op schoenen met de juiste lengte en breedte. Een van de oorzaken van een klauw- of hamerteen is te krap schoeisel. Door het dragen van de juiste maat schoenen kunt u dus veel leed voorkomen. Is er al sprake van een klauw- of hamerteen dan kunt u ook letten op voldoende ruimte bij de tenen en eventueel schoenen van soepel leer zodat de druk op de tenen verminderd en er zo minder kans is op drukpijn en likdoorns.
Ingegroeide teennagel
Pathofysiologie
Bij een ingegroeide teennagel groeit de zijkant van de nagel in de huid van de nagelwal. Omdat de nagel door het lichaam als lichaamsvreemd materiaal wordt beschouwd ontstaat er een steriele ontstekingsreactie met roodheid, pijn en zwelling. Er ontstaat een klein wondje waar vervolgens een bacteriële infectie in ontstaat met veel afscheiding (vocht en etter). Na een tijdje kan er ook “wild vlees” (granulatieweefsel) ontstaan. Een ingegroeide teennagel is een veel voorkomend probleem en komt het meeste voor bij jongeren tussen de 15 en 24 jaar.
Symptomen
Bij een ingegroeide teennagel is de aangedane teen vaak pijnlijk, rood en gezwollen. In het begin is dat vaak heel lokaal gelokaliseerd maar in een later stadium kan de hele nagelwal of teen rood en gezwollen zijn. Druk op de teen bijvoorbeeld bij staan en lopen geeft toename van de klachten. Ook schoenen geven vaak verergering van de klachten. Als de ingegroeide teennagel al langer aanwezig is, kan er door de langdurige ontsteking granulatieweefsel (wild vlees) ontstaan.
Een ingegroeide teennagel kan voorkomen aan alle tenen maar wordt het vaakst gezien aan de grote teen.
Oorzaak
Er zijn meerdere oorzaken mogelijk voor het ontstaan van een ingegroeide teennagel, soms is het ook een combinatie van factoren. De mogelijke oorzaken zijn:
– Druk van opzij op de teen als gevolg van slecht passende schoenen.
– Het te rond en te kort knippen van de nagels.
– Krom groeiende teennagels
– Verwonding/ kneuzing van de teen.
– Peuteren aan de teennagels
Daarnaast zien we dat bij overmatig zweten van de voeten de huid rondom de nagels week wordt. De nagel zelf blijft hard waardoor ingroei van de nagel makkelijker plaats kan vinden.
Behandeling
Als de nagel net begint met ingroeien of hij dreigt te gaan ingroeien is het verstandig direct contact op te nemen met een pedicure of podotherapeut. De klachten kunnen in dit geval vaak snel verholpen worden door met een speciaal haakje de nagel los te maken. Vervolgens zal er een “watje” of rubber gootje onder de nagel aangebracht worden zodat de nagelpunt over het nagelbed heen kan groeien zonder opnieuw te gaan ingroeien. Als de nagel krom groeit kan er ook een beugel geplaatst worden om de nagel vlakker te maken en zo recidief te voorkomen.
Als de ingegroeide teennagel al wat langer bestaat en er is spraken van ernstige ontsteking, granulatieweefsel (wild vlees) of gaan de klachten niet over na bovenstaande behandeling dan kan het noodzakelijk zijn om een stukje van de nagel weg te snijden. Dit kan in sommige gevallen nog bij de podotherapeut. Wanneer het noodzakelijk is om met de nagel ook een stuk van het nagelbed te verwijderen (wigexcisie) zal dit plaatsvinden bij een gespecialiseerde podotherapeut of bij de huisarts.
Wat kunt u zelf doen?
Om de kans op een ingegroeide teennagel te verkleinen is het belangrijk om de nagels ten alle tijden recht af te knippen en niet te kort te knippen. Knip nooit de hoekjes van de nagel weg, dit zorgt ervoor dat bij het uitgroeien van de nagel de punt makkelijker in de huid kan groeien.
Is er toch sprake van een beginnende ingroeiende nagel, dan kunt u voorzichtig proberen het hoekje met een niet scherp voorwerk (bijvoorbeeld een nagelvijl) los te maken. Lukt dit niet of zijn er al ontstekingsverschijnselen aanwezig, ga dan niet zelf aan de slag maar maak een afspraak bij een podotherapeut of pedicure.
Het nemen van voetenbaden (met inweekmiddel of soda) wordt sterk afgeraden omdat dit de oorzaak van het probleem niet oplost en de kans op infecties groter maakt.
Joplins neuroma
Pathofysiologie
Een Joplins neuroma is een zenuwbeknelling van de zenuw die aan de binnenzijde van de grote teen loopt (de nervus plantaris medialis). Het ontstaat vaak bij een afwijkende voet of teenstand, of bij slecht passend schoeisel.
Symptomen
De pijn die ervaren kan worden is een scherpe, brandende en schietende pijn aan de binnenzijde van de grote teen. Ook kan er sprake zijn van een doof of tintelend gevoel. De pijn kan doortrekken tot in de grote teen zelf. De klachten verdwijnen vaak weer bij het lopen op blote voeten.
Oorzaak
De oorzaak van de klachten komt voor uit het afknellen van de zenuw. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door te krappe schoenen waarbij de binnenzijde van de schoen op de zenuw drukt. Ook een te grote overpronatie (naar binnen kantelen) van de voet of een scheve grote teen (hallux valgus) kunnen zorgen voor een druk of klem zitten van de zenuw.
Behandeling
Het belangrijkste is om de druk van de zenuw af te halen zodat deze niet meer klem komt te zitten. Is de stand van de voet hier oorzaak van dan kan een podotherapeutische zool de stand corrigeren en zo de druk op de zenuw verminderen. Is de schoen de factor die op de zenuw druk dan wordt er een schoenadvies gegeven waarbij vooral de 3dimensionale ruimte (lengte, breedte en teenhoogte) van belang zijn.
Wat kunt u zelf doen?
Let bij het kopen van schoenen altijd goed op dat de schoenen de juiste maat hebben. Let hierbij op de juiste lengte en breedte van de schoen. Uw tenen hebben altijd iets ruimte aan de voorkant nodig, omdat de voet tijdens het afwikkelen langer wordt. Krijgt u toch klachten neem dan contact met ons op.
Marsfractuur
Pathofysiologie
Een Marsfractuur is een breukje in een van de middenvoetsbeentjes van de voet. Het is een stressfractuur die ontstaat als gevolg van continue druk op dezelfde plek in de voet. De naam marsfractuur komt voort uit het feit dat het een klacht is die veel wordt gezien bij militairen die een mars lopen.
Symptomen
De symptomen bij een marsfractuur zijn plotseling opkomende pijn die vaak steeds erger wordt. De voet kan meestal nog wel belast worden, waardoor de breuk verder toeneemt. Er kan sprake zijn zwelling van de voet en soms is er ook sprake van een bloeduitstorting ter hoogte van de breuk. Bewegen van de tenen geeft pijnklachten. De pijn wordt vaak minder bij het dragen van stevige schoenen. Een marsfractuur is vaak niet goed zichtbaar op een röntgenfoto. Dit komt omdat het meestal begint met een klein scheurtje in het bot. Pas als het middenvoetsbeentje volledig gebroken is, is deze zichtbaar op een Röntgenfoto.
Oorzaak
Bij een marsfractuur is er sprake van een stress of vermoeidheidsfractuur. Dit ontstaat als er gedurende een bepaalde tijd een te grotere belasting op het bot ontstaat ten opzichte van de belastbaarheid van het bot. Het ontstaat meestal bij herhaalde, verhoogde belasting zoals bij langere afstanden lopen. Er kan sprake zijn van een vermoeidheidfractuur als gevolg van een te hoge belasting, of van een insufficiëntie fractuur waarbij er sprake is van een verminderde belastbaarheid van het bot. De vermoeidheidsbreuk wordt vaak gezien bij gezonde mensen van alle leeftijden waarbij er sprake is van een intensieve lichamelijke belasting waarmee pas kort geleden begonnen is, of die pas kort geleden meer is geworden. Een insufficiëntie fractuur wordt vaak gezien bij oudere mensen, waarbij er sprake is van osteoporose (botontkalking) of een andere aandoening waarbij het bot is verzwakt.
Behandeling
Vaak is het niet nodig om een voet in het gips te zetten. Rust is de belangrijkste behandeling van een stressfractuur. Een goede stevige schoen (zoals bijvoorbeeld een wandelschoen) kan helpen bij het ontlasten van de middenvoetsbeentjes tijdens het lopen. In sommige gevallen kan een ondersteunende steunzool ook helpen om de klachten te verlichten. Uiteindelijk moet de breuk zelf genezen door het ontlasten en door voldoende rust houden.
Wat kunt u zelf doen?
Vermoed u dat er sprake is van een breukje of scheurtje in de middenvoet, probeer de voet dan zoveel mogelijk te ontlasten. Draag stevige schoenen zoals een wandelschoen wanneer u moet lopen. Wanneer de pijn niet minder word kan het verstandig zijn via de huisarts een röntgenfoto aan te vragen.
Morbus Köhler 1
Pathofysiologie
Morbus Köhler 1 is een aandoening waarbij een klein bodje aan de binnenkant van de voet is aangedaan. Er ontstaat een doorbloedingsstoornis naar het bot toe waardoor er botcellen afsterven en de botdichtheid verminderd. Morbus Köhler 1 is dezelfde aandoening als de ziekte van Freiberg alleen tast het verschillende botdelen aan. Als gevolg van de ziekte kan de botdichtheid verminderen waardoor er osteoperose ontstaat en de kans op botbreuken toeneemt. De aandoening wordt vooral gezien bij kinderen tussen de twee en vijf jaar.
Symptomen
Er is sprake van pijn aan de binnenzijde van de voet. Vaak is er ook roodheid en zwelling aan de binnenzijde van de voet aanwezig. Tijdens het lopen wordt de voet vanwege de pijn vaak niet goed belast, er ontstaat een afwijkend (antalgisch) looppatroon of het kind gaat hinkelen. De pijn kan zo erg worden dat het lopen bijna niet meer mogelijk is.
Oorzaak
De oorzaak van het ontstaan van de doorbloedingsstoornis is vaak onbekend. Een mogelijke oorzaak is het afknellen van het bloedvat. Vanaf het tweede tot vierde levensjaar vindt er een verbening plaats van het botdeel dat is aangedaan bij Morbus Köhler 1. Het bojte ligt op een bijzonder plek tussen de voetwortels, waardoor het bloedvat tijdens de groei makkelijker kan worden afgekneld. Dit lijdt dan tot een verstoring van de bloedtoevoer waardoor het botweefsel verslechterd.
Behandeling
De behandeling zal bestaan uit het ontlasten van het aangedane botje. Dit kan door het aanmeten van steunzolen waarbij de voetboog wordt ondersteund. Deze behandeling richt zich voornamelijk op het verminderen van de pijnklachten, maar niet op de genezing. De aandoening moet zelf genezen. Dit duurt normaal ongeveer 9 tot 12 maanden.
Wat kunt u zelf doen
Zelf kunt u niet zoveel doen aan de aandoening. Het moet uit zichzelf genezen. Probeer de voet niet te veel te belasten om het lichaam de tijd te geven te kunnen herstellen.
Ziekte van Freiberg/ Morbus Köhler 2
Pathofysiologie
De ziekte van Freiberg is een aandoening aan het kopje (caput) van een van de middenvoetsbeentjes. Er ontstaat een doorbloedingsstoornis naar het bot toe waardoor er botcellen afsterven. Deze worden vervolgens afgevoerd en er worden nieuwe botcellen aangemaakt. Als gevolg hiervan kan het kopje van het middenvoetsbeentje vervormen. Met name als er niet op tijd een diagnose met juiste behandeling wordt gestart. De aandoening wordt het meeste gezien in het 2de middenvoetsbeentje maar kan ook in de andere middenvoetsbeentjes voorkomen. De aandoening wordt het vooral gezien bij pubers en jongvolwassenen en begint meestal na het 14de levensjaar, maar het kan ook bij ouderen ontstaan. Het wordt iets vaker gezien bij jongens als bij meisjes.
Symptomen
Er is sprake van pijnklachten aan de onderzijde van de voet ter hoogte van het aangedane middenvoetsbeentje. De pijn is vaak belasting afhankelijk maar kan ook in rust aanblijven. Door de pijn is het vaak moeilijk de voet normaal te belasten waardoor er een pijn ontwijkend (antalgisch) looppatroon ontstaat. Er kan een verdikking gevoeld worden van de aangedane metatarsale. Maximaal buigen en strekken van de teen kan pijnlijk zijn en de beweging kan ook beperkt zijn.
Op een röntgenfoto zijn in de beginfase afwijkingen nog niet altijd goed zichtbaar. In een later stadium wanneer het bot weer nieuwe cellen gaat aanmaken is de aandoening vaak wel zichtbaar op een röntgenfoto.
Oorzaak
De ziekte van Freiberg ontstaat als gevolg van een doorbloedingsstoornis naar het bot toe. Waardoor deze bloedtoevoer verstoord raakt is nog niet bekend. Er lijkt een relatie te zijn tussen de verstoorde bloedtoevoer en overbelasting (zoals door sporten). Vaak wordt de diagnose gesteld na het oplopen van een fractuur. Door de verstoorde bloedtoevoer ontstaat er een verminderde botdichtheid waardoor al bij een klein trauma een breuk kan ontstaan.
Behandeling
De behandeling zal bestaan uit het ontlasten van het aangedane middenvoetsbeentje. Dit kan door het aanmeten van steunzolen waarbij er een uitsparing gemaakt wordt voor het aangedane middenvoetsbeentje. Daarnaast zal er een schoenadvies gegeven worden waarbij er een schoen wordt aanbevolen met een stijve loopzool. Het dragen van schoenen met een hak(je) wordt sterk afgeraden omdat dit de druk op de voorvoet vergroot. Helpen deze therapieën onvoldoende dan kan er worden gekozen voor een tijdelijk (loop)gips voor de duur van 4 tot 6 weken om de voet voldoende tijd te geven zich te kunnen herstellen.
Er wordt zelden een operatie uitgevoerd, alleen als de vervorming van het kopje van de middenvoetsbeentje te groot is, kan ervoor gekozen worden deze te herstellen.
Wat kun u zelf doen?
Vermoed u dat u de ziekte van Freiberg hebt, neem dan contact op met een podotherapeut of uw huisarts. Het is belangrijk om snel een diagnose te stellen en een behandeling te starten om zo de vervorming van het middenvoetsbeentje te beperken.
Morbus Ledderhose
Pathofysiologie
Bij een morbus ledderhose is er sprake van één of meerdere verdikkingen in de peesplaat aan de onderzijde van de voet. De aandoening kan zich ook in de bindweefsels van de hand voordoen en wordt dan de ziekte van Dupuytren genoemd. De knobbels kunnen klein zijn maar ook grotere afmetingen hebben. Ze worden meestal in de voetboog gezien maar kunnen in elk deel van de voetzool worden aangetroffen.
Symptomen
De symptomen bij een morbus Ledderhose zijn verhardingen onder de voetzool, meestal in de voetholte. Ze zijn over het algemeen pijnloos, maar kunnen klachten geven naarmate ze groter worden. Vaak wordt er een trekkend of stijf gevoel in de voetholte beschreven. De knobbels kunnen ook gaan ontsteken wat extra pijn met zich mee kan brengen. De knobbels kunnen zich ook in de bal van de voet manifesteren of in het gebied van de tenen. Dit kan tot kromstand van de tenen lijden. Dit komt echter minder vaak voor dan de kromstand van de vingers bij de ziekte van Dupuytren.
Oorzaak
De oorzaken van het ontstaan van de bindweefsel verdikkingen is onbekend. Wel zijn er een aantal risicofactoren bekend, zoals erfelijke aanleg, roken, gebruik van alcohol, diabetes mellitus en het langdurig gebruik van anti-epileptica.
Behandeling
De behandeling bij een morbus Ledderhose is erop gericht om de verharding of knobbels en pijn bij het lopen te verminderen. Podotherapeutische zolen kunnen de pijn verminderen, bijvoorbeeld doordat de voetstand veranderd en de spanning op de peesplaat zelf verminderd, of doormiddel van een uitsparing ter hoogte van de knobbels waardoor er minder druk op komt te staan.
Wat kunt uzelf doen?
In sommige gevallen kan het effectief zijn de peesplat soepel te maken en houden door de onderkant van de voet te masseren met een tennisbal. Verder kunt u de spanning van de peesplaat verminderen door schoenen te dragen met een stevige loopzool. Blijven de klachten aanwezig, of verergeren ze, maak dan een afspraak.
Morbus Sever (hielpijn bij kinderen)
Pathofysiologie
Morbus sever is de meest voorkomende oorzaak van hielpijn bij kinderen. Het is een soort overbelasting van de groeischijven van het hielbeen die zich aan de achterzijde van de hiel bevinden. Het kan voorkomen aan één of aan beide voeten. Het ontstaat bij kinderen in de grootste groeifase zo tussen het 7de en 14de levensjaar. De klacht komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. De klachten beginnen vaak bij het starten van een nieuwe sport of het aan begin van een nieuw seizoen.
Symptomen
Bij Morbus Sever worden er pijnklachten en gevoeligheid ervaren van de achterzijde van de hiel (hak). Klachten zijn meestal aanwezig tijdens en na het sporten of wandelen en trekken weg na rust. Ook kunnen er s’ ochtends bij het wakker worden klachten worden ervaren. Vaak gaat het kind mank of op de tenen lopen. Morbus Sever komt alleen voor bij kinderen die in de groei zijn.
Oorzaak
Tijdens de groei is de groeischijf van het hielbeen kwetsbaar. Bij te grote belasting zoals veel sporten, spelen of lopen kan de groeischijf geïrriteerd raken. Vaak worden de klachten verergerd bij een groeispurt. Dit komt omdat de spieren tijdens de groeispurt tijdelijk te kort zijn en daarom extra hard aan de groeischijf trekken. Morbus Sever komt ook vaker voor bij kinderen die last hebben van het naar binnen zakken van de voeten (overpronatie). Hierdoor ontstaat er een onevenredige en overmatig trekkracht op het hielbeen, wat tot de irritatie kan lijden. In sommige gevallen kan de pijnklacht ook ontstaan na een ongeluk. Röntgenfoto’s kunnen de aandoening dan aantonen
Behandeling
De ziekte is zelf herstellend, wat betekent dat het vanzelf weer weg zal gaan wanneer de voet minder wordt gebruikt, of wanneer het bot is uitgegroeid. Vaak is de pijn dan ook wisselend aanwezig door de jaren. Bij een sterkere groeispurt zullen de klachten tijdelijk verergeren. Bij minder snelle groei, zal de pijn weg blijven. Belangrijk is om goed naar de belasting/ belastbaarheid te kijken. Pijn is een signaal van het lichaam dat het niet goed gaat. Een leidraad hierbij is om Zelf te voelen wat de mogelijkheden zijn. Als de pijn na 30 minuten trainen optreedt, moet het kind na 20 minuten stoppen of een pauze nemen. Dus niet minder vaak trainen, maar minder lang trainen en hierbij de mate van klachten aanhouden als leidraad.
Podotherapeutische zolen kunnen daarnaast helpen bij het ontlasten van het hielbeen en het corrigeren van een eventuele afwijkede stand van de voet. Rekoefeningen van de achillespees en het dragen van goede, stevige schoenen met een dempende zool kunnen daarnaast ook voor verlichting zorgen.
Wat kunt u zelf doen?
Probeer zoals hierboven is beschreven te letten op de belasting/belastbaarheid. Geef de voet rust wanneer er pijnklachten optreden en probeer het liefst al voor de pijnklachten te stoppen met sporten. Draag daarnaast schoenen die stevig zijn en met een goede schok dempende loopzool.
Mortonse neuralgie
Pathofysiologie
Een mortonse neuralgie is een zenuwbeknelling van de zenuwen die tussen de kopjes van de middenvoetsbeentjes doorloopt. Tussen de kopjes van de middenvoetsbeentjes komen twee zenuwbanen samen, waardoor de zenuw dikker in doorsnede is dan de andere zenuwen die naar de tenen gaan. Boven deze zenuw ligt een dikke bindweefselband (ligament) die de middenvoetsbeentjes bij elkaar houdt. Deze band is erg sterk, en vormt het dak boven de zenuw. Tijdens het lopen komt er veel druk op deze structuren te staan, hierdoor kan de zenuw snel klem komen te zitten en geïrriteerd raken. Bij langdurige irritatie kan er ook een verdikking van de zenuw (neuroom) optreden. Een mortonse neuralgie kan tussen alle middenvoetsbeentjes voorkomen maar wordt het meest gezien tussen het derde en vierde middenvoetsbeentje.
Symptomen
Mensen geven vaak een hevige stekende pijn in de voorvoet aan en prikkelingen/ tintelingen bij de tenen. De pijn wordt erger bij het dragen van schoeisel, druk op de voet tijdens het lopen, of bij autorijden (sommige mensen geven bij het autorijden zelfs aan dat ze het gevoel hebben dat hun botjes gebroken zijn). Vaak vermindert het bij zitten of liggen, bij het uittrekken van de schoenen en bij het masseren van de voet.
Oorzaak
Er zijn diverse oorzaken, waaronder een afwijkende voetstand (spreidvoet, holvoet, hallux valgus, doorgezakte voorvoet). Daarnaast komt een mortons neuralgie meer bij vrouwen dan bij mannen voor. Dit komt doordat vrouwen sneller verkeerd schoeisel dragen, vanuit cosmetisch oogpunt.
Behandeling
Een mortonse neuralgie gaat niet vanzelf over. Het is belangrijk om de overdruk op te heffen en te zorgen dat de zenuw weer “vrij” komt te liggen. In veel gevallen speelt een schoen hierbij een belangrijke rol. Het is belangrijk dat de schoen voldoende ruimte heeft in lengte, breedte en hoogte zodat de tenen en voorvoet voldoende ruimte hebben. Laat dit daarom ook regelmatig nameten, voeten worden namelijk in de loop van de jaren langzaam langer en breder. Daarnaast kunnen ook hakhoogte en stevigheid van de schoen een rol spelen. Per persoon zijn de eisen waar een schoen aan moet voldoen anders. Bij twijfel vraag dit na bij de podotherapeut. Bij een afwijkende voetstand kan er een zool vervaardigd worden, om deze stand te verbeteren en meer ruimte tussen de middenvoetsbeentjes te creëren. Ook is het mogelijk om een siliconen teenorthese te maken, met als doel een strekkende werking van de tenen. Hierdoor wordt de ruimte tussen de middenvoetsbeentjes ook positief beïnvloed.
Werken bovenstaande middelen onvoldoende dan zou er bij de huisarts of medisch specialist een corticosteroïden injectie gegeven kunnen worden. Werkt dat ook onvoldoende dan zou via een chirurgische ingreep het zenuweinde die geïrriteerd is kunnen worden verwijderd.
Wat kunt u zelf doen?
Een van de grootste oorzaken van het ontstaan en in stand houden van een mortonse neuralgie is te smal/klein schoeisel. Let daarom bij de aanschaf van de schoenen op de juiste breedte en lengte van de schoenen. Vraag bij twijfel of een verkoper even uw voeten wil opmeten.
Sesamoïditis
Pathofysiologie
Onder de voorvoet ter hoogte van het grote teengewricht bevinden zich twee botjes, de sasambeentjes. Deze botjes zijn ingekapseld door een pees en staan hierdoor met elkaar in verbinding. De sesambeentjes helpen het grote teengewricht bij het naar beneden bewegen en vangen een deel van het lichaamsgewicht op, waardoor het grote teengewricht minder belast wordt. Als er sprake is van een sesamoïditis dan zijn deze botjes of de kapsel om de botjes geïrriteerd of ontstoken (itis = ontsteking).
Symptomen
De symptomen van een sesamoïditis zijn vaak pijn aan de onderzijde van de voet ter hoogte van het grote teengewricht, zwelling, roodheid en warmte. De pijn neemt toe tijdens belasten en kan ook s’ nachts door blijven zeuren.
Oorzaak
De klachten kunnen zowel acuut als geleidelijk ontstaan. Er kan sprake zijn van letsel voorafgaand aan de klachten zoals hard op de voorvoet landen of stoten, of er kan sprake zijn van te hoge belasting waardoor er een overbelasting ontstaat. Een afwijkende voetstand waarbij het grote teengewricht dieper staat of de voet teveel naar binnen kantelt (overpronatie) kan de druk op het gewricht en daardoor de kans op klachten vergroten.
Behandeling
De behandeling van een sesamoïditis is gericht op het ontlasten van de sesambeentjes. Hierdoor wordt de pijn tijdens het belasten minder en krijgt een eventuele beschadiging de tijd om te kunnen herstellen. Dit kan gedaan worden door een schoenadvies, advies voor verminderde belasting of aanmeten van ontlastende zolen. Bij een afwijkende voetstand kunnen ook zolen worden aangemeten om de belasting op de sesambeentje ook op de langere termijn te verminderen en zo de kans op recidief te verkleinen. Indien er sprake is van een ontsteking kan in overleg met de huisarts ook een onstekingsremmer worden voorgeschreven.
Wat kunt u zelf doen?
Probeer bij klachten de voet zoveel mogelijk te ontlasten. Vermijd activiteiten en belasting die de klachten veroorzaken of verergeren. U kunt eventueel de pijnlijke plek koelen met koud water of ijs. Leg het ijs nooit direct op de huid maar doe er altijd een doek tussen om bevriezingsverschijnselen te voorkomen.
Turfteen/grasteen
Pathofysiologie
Een turfteen is een kneuzing van het weefsel om het gewricht van de basis van de grote teen (het MTP1 gewricht). Het geeft pijnklachten op deze plek die toenemen bij belasten en vooral bij buigen. Bij ernstige kneuzingen kunnen ook de omliggende structuren zoals de peesplaat van de voet beschadigen. De kneuzing ontstaat door een geforceerde buiging met veel kracht in het grote teengewricht. Het wordt veel gezien bij sporten waar met kracht moet worden afgezet zoals bij American voetbal en Rugby.
Symptomen
Symptomen bij een turfteen zijn pijn aan de basis van de grote teen, die toeneemt bij belasten of buigen van de grote teen. Er kan sprake zijn van lokale zwelling en roodheid. In ernstige gevallen kan een standsafwijking van de grote teen zichtbaar zijn. Dit komt niet vaak voor.
Oorzaak
De blessure ontstaat door een geforceerde diepe buiging (dorsaalflexie) van het grote teengewricht. Een positie waarbij dit snel kan gebeuren is als iemand gehurkt op de grond zich met de hiel omhoog en er vervolgens een kracht ingewerkt wordt op de voet, zoals een vallende medespeler. Ook het afzetten voor een sprint of sprong, waarbij de tenen pas laat meekomen kan deze blessure veroorzaken.
Behandeling
Behandeling bestaat in de acute fase uit rust, koelen met water of een coldpack, compressie en de voet hoog houden. Na een periode van rust, of aangepaste activiteiten waarbij wordt bewogen binnen de pijngrens, moeten de activiteiten weer rustig opgebouwd worden. Eventueel kan de grote teen worden ondersteund met een taping waarbij het gewricht iets naar beneden getaped wordt. Ook het dragen van schoenen met een stevige stugge zool kan ondersteuning bieden.
De podotherapeut kan helpen met oefeningen om de activiteiten weer rustig op te bouwen en het gewricht soepel te houden.
Wat kunt u zelf doen?
Geef de teen in de acute fase zoveel mogelijk rust. Probeer bewegingen en activiteiten die pijn geven te vermijden. Draag eventueel schoenen met een stugge stijve zool. Hierdoor hoeft het grote teengewricht minder te bewegen en krijgt dus meer rust tijdens het lopen.
Zandteen/volleybalteen
Pathofysiologie
Een zandteen of volleybal is een kneuzing aan het weefsel om het gewricht van de basis van de grote teen (het MTP 1 gewricht). Het ontstaat als gevolg van een trauma waarbij de teen naar beneden is geklapt. Het is een blessure die vaak bij sporten in het zand wordt gezien zoals bij beachvolleybal. Vandaar de naam zandteen of volleybalteen.
Symptomen
Vaak ontstaan er na het trauma pijn aan het grote teengewricht. Dit betreft meestal de basis van het grote teengewricht (het MTP 1 gewricht). Ook kan er sprake zijn van zwelling en een bloeduitstorting.
Oorzaak
De blessure ontstaat vaak als gevolg van een geforceerd naar beneden klappen (plantairflexie) van het grote teengewricht. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de teen blijft hangen in het zand, of bij het over de teen heen vallen. Het wordt ook wel volleybalteen genoemd omdat het vaak gezien wordt bij beach volleyballers die met hun teen in het zand blijven haken.
Behandeling
Behandeling bestaat in de acute fase uit rust, koelen met water of een coldpack, compressie en de voet hoog houden. Er kan een taping worden toegepast ter stabilisatie. Vaak wordt de teen dan aan de andere teen gespalkt.
Na de acute fase is het van belang de voet weer sterker te maken doormiddel van spierversterkende oefeningen, en kan de activiteit weer langzaam worden opgebouwd.
De podotherapeut kan helpen met oefeningen om de activiteiten weer rustig op te bouwen en het gewricht soepel te houden.
Wat kunt u zelf doen?
Geef de teen in de acute fase zoveel mogelijk rust. Probeer bewegingen en activiteiten die pijn geven te vermijden. Draag eventueel schoenen met een stugge stijve zool. Hierdoor hoeft het grote teengewricht minder te bewegen en krijgt dus meer rust tijdens het lopen.
Anterieur enkel impingement
Pathofysiologie
Bij een anterieur enkel impingement is er sprake van een inklemming(impingement) aan de voorzijde (anterieur) van de enkel. Het enkelgewricht bestaat uit het scheenbeen, kuitbeen en het zogenoemde sprongbeen. Het enkelgewricht wordt omgeven door een kapsel, het zogeheten gewrichtskapsel. Ook zit er in het enkelgewricht slijmvlies dat gewrichtsvloeistof aanmaakt om het gewricht soepel te houden. Er kunnen twee type inklemming mogelijk zijn aan de voorzijde. Een inklemming door een botuitsteeksel of inklemming van weke delen.
Symptomen
Er is pijn aan de voorzijde van de enkel welke met name optreedt in maximale en geforceerde beweging van de enkel naar het scheenbeen toe (dorsaalflexie) en bij drukken op deze plek. Vaak is er al sprake van langdurige chronische enkelpijn. De enkel kan beperkt zijn in de beweging en na bepaalde activiteiten kan er zwelling aan de voorzijde van de enkel optreden.
De klachten van een benige inklemming wordt meestal aan de voor/binnenzijde gevoeld, terwijl klachten van een weke delen inklemming vaan aan de voor/buitenzijde worden ervaren.
Oorzaak
Vaak ontstaat een anterieur enkel impingement als gevolg van een trauma, bijvoorbeeld een blessure waarbij het enkelgewricht met een krachtige beweging richting het onderbeen is bewogen of bij een enkelverzwikking/inversietrauma. Ook herhaaldelijke kracht op dezelfde plek kan leiden tot microtraumata aan het gewrichtsoppervlak.
Bij een benige inklemming is vaak als gevolg van (kleine) beschadigingen door het lichaam extra botweefsel aangemaakt (osteofytvorming) om de beschadigde plek te beschermen of te verstevigen. Het botuitsteeksel kan echter klem komen te zitten in het gewricht. Ook kan het botuitsteeksel afbreken en in het gewrichtskapsel gaan zweven, waar het vervolgens voor inklemming kan zorgen.
Een weke delen impignment ontstaat meestal als gevolg van een verdikking van het gewrichtskapsel. Ook kan er sprake zijn van littekenweefsel. De verdikking of het littekenweefsel kunnen klem komen te zitten tussen het gewricht wat de inklemming veroorzaakt.
Behandeling
Om de aandoening vast te stellen zal er altijd eerst een röntgenfoto gemaakt worden. Als de diagnose gesteld is zal eerst met een conservatieve behandeling gestart worden. De enkel kan worden geïmmobiliseerd en de stabiliteit van de enkel zal worden getraind. Is er sprake van een afwijkende voetstand dan kan een podotherapeutische zool hierbij helpen.
Is er sprake van een botstukje of buituitsteeksel dan zal er in veel gevallen een operatie worden gedaan om deze te verwijderen.
Wat kun je zelf doen
Het is belangrijk om voldoende rust te houden. Als er sprake is van zwelling kan de voet gekoeld worden met ijs (nooit rechtstreeks op de huid) om de zwelling te verminderen. Het beste kan (sport) activiteiten die de klachten uitlokken vermeden worden.
Enkelartrose
Pathofysiologie:
Bij artrose neemt de kwaliteit van het kraakbeen af. Het kraakbeen wordt dunner, zachter en brokkeliger en kan in de loop van de tijd zelfs helemaal verdwijnen. Artrose kan in alle gewrichten voorkomen, ook in de enkel. De enkel is het gewricht tussen het onderbeen en achtervoet. Het enkelgewricht wordt gevormd door de enkelvork (onderste gedeelte scheen- en kuitbeen) en het sprongbeen. Artrose in het enkelgewricht wordt in de meeste gevallen (ca 75%) voorafgegaan aan een ongeval.
Symptomen:
Bij artrose in de enkel is er meestal sprake van opstartklachten, bijvoorbeeld bij het opstaan uit bed, of gaan lopen na een tijd gezeten te hebben. Klachten zijn gevoel van stijfheid, stekende pijn tijdens bewegen, dof gevoel in de enkel en het gevoel van op slot schieten. Klachten kunnen in het hele gewricht aanwezig zijn, maar ook alleen aan de binnen- of de buitenzijde.
Oorzaak:
Zoals hierboven al beschreven is de grootste oorzaak voor het ontstaan van enkelartrose een trauma. Denk hierbij aan veelvuldig zwikken of een enkelfractuur. De artrose treedt niet direct na het trauma op maar vaak pas jaren later. Daarnaast kan een ontstekingsreactie zoals bijvoorbeeld bij onstekingsreuma het kraakbeen aantasten met artrose als gevolg. In sommige gevallen is er geen duidelijke oorzaak bekend voor het ontstaan van de artrose. Deze vorm wordt vaak op middelbare of oudere leeftijd gezien.
Behandeling:
Artrose is helaas niet te genezen en zal in de loop van de tijd mogelijk erger worden. Wel kan er veel gedaan worden om de klachten te verminderen. De podotherapeut onderzoekt de functie en stand van de voet en enkel, kijkt naar wat er gebeurt met de stand tijdens het lopen en kijkt naar de stabiliteit van de spieren rondom de enkel. Als er een afwijkende stand is waardoor sommige delen in de enkel meer worden belast kunnen podotherapeutische zolen helpen de piekbelasting in het gewricht te verminderen. Daarnaast kan de podotherapeut oefeningen geven om de spieren rondom de enkel te versterken zodat de enkel minder hard hoeft te werken.
Wat kan je zelf doen om de klachten te verminderen.
Het dragen van goede, stevige schoenen kan ervoor zorgen dat de pijn minder is en het lopen makkelijker gaat.
Inversietrauma/ Enkelverstuiking
Pathofysiologie
Een inversietrauma is het naar buitenklappen of naar buiten zwikken van de voet. Het kan gebeuren tijdens sportactiviteit maar kan ook gebeuren bij een kleine verstapping in en rondom huis. Het is een blessure die veel voorkomt. Het is zelf top 3 van de meest voorkomende sportblessures in Nederland. Het kan op elke leeftijd voorkomen maar wordt het vaakst gezien in de leeftijdscategorie tussen de 15 en 24 jaar.
Symptomen
Bij een inversietrauma is er sprake van pijn aan de buitenzijde van de enkel. Afhankelijk van hoe “hard” je door de enkel bent gegaan kan de enkel dik worden en kan er bloeduitstorting ontstaan. Tijdens het zwikken komen de buitenste enkelbanden op maximale rek te staan. Dit kan leiden tot scheurtjes of in ernstige gevallen tot volledig afscheuren. Wanneer de enkel niet meer belast kan worden na een inversietrauma is het daarnaast belangrijk te laten onderzoeken of er geen sprake is van een breuk. Klachten kunnen wel tot 8 weken na het trauma aanwezig zijn. Sommige mensen ervaren als gevolg van opgerekte enkelbanen een onstabiel gevoel in de enkel.
Oorzaak
De oorzaken van een inversietrauma zijn vaak heel onschuldig. Een verkeerde stap, kuiltje, een ongelijke ondergrond of het verkeerd neerkomen na een sprong zijn veel voorkomende oorzaken. Sommige mensen gaan echter meerdere keren per week of dag door hun enkel. In dit geval zit de oorzaak vaak in de voet zelf. Zo kan er sprake zijn van hypermobiliteit in het enkelgewricht, dit kan aangeboren zijn of ontstaan zijn na een eerder trauma.
Behandeling
De enkel geneest meestal vanzelf na een verzwikking. Is de verzwikking net gebeurd dan kun je de enkel koelen (gebruik een koud water een cold pack, ijsblokjes in handdoek of iets anders koud uit de diepvries met doek ertussen). Dit helpt de pijn wat te verlichten en verminderd eventueel zwelling in de enkel. Probeer de enkel ook zoveel mogelijk hoog te leggen om zwelling tegen te gaan. Voor de genezing heeft de enkel rust nodig. Probeer de enkel zo min mogelijk te belasten, maar houd de enkel wel rustig in beweging. Door rustig te blijven bewegen ga je namelijk stijfheid van het gewricht tegen. Afhankelijk van de mate van verzwikking kan het tot 8 weken duren voordat de normale (sport)belasting kan worden hervat. Het is aan te bevelen voordat je de belasting weer volledig oppakt de enkel te versterken. Dit kun je doen met verschillende oefeningen. Versterk je enkel app is hier een mooi hulpmiddel bij, maar ook de podotherapeut voorziet u graag van tips en adviezen hierin.
Wanneer de klachten lang aanblijven of als je vaker door de enkel gaat, dan kan het verstandig zijn om contact op te nemen met een podotherapeut of fysiotherapeut. Er kan dan doormiddel van een onderzoek gekeken worden wat de oorzaak hiervan is. Als er sprake is van instabiliteit dan kunnen er oefeningen meegegeven worden om de enkel te versterken. Is er sprake van een afwijkende voetstand die meespeelt dan kunnen op maat gemaakte podotherapeutische zolen helpen bij het verminderen van de trekkracht op de buitenste enkelbanden.
Wat kun je zelf doen
Ben je net door je enkel gegaan, volg dan de handelingen zoals hierboven beschreven staan.
Is het al even geleden of gaat u vaker door de enkel, dan kunt u zelf proberen de enkel te versterken met oefeningen. Deze kunt u opvragen bij ons, of gebruik maken van de versterk je enkel app van veiligheid Nederland.
Sinus tarsi syndroom
Pathofysiologie
De sinus tarsi is een soort tunnel aan de buitenzijde van de enkel. Het begint net voor de buitenste enkelknobbel en loopt dan schuin naar binnen toe. Door de sinus tarsi lopen banden, bloedvaatjes en zenuwtakjes. Net buiten de sinus tarsi lopen pezen en bevinden zich gewrichtskapsels. Wanneer de weefsels in of rondom de sinus tarsi zijn aangedaan, bijvoorbeeld door overbelasting, spreken we van een sinus tarsi syndroom.
Symptomen
Wanneer je last hebt van een synus tarsi syndroom ervaar je pijnklachten aan de buitenzijde van de enkel. De pijn is do, stekend of brandend van aard en neemt toe wanneer de voet zwaarder belast wordt of wanneer er een bepaalde beweging met de voet gemaakt wordt. Ook kan de enkel stijf of instabiel aanvoelen.
Oorzaak
De aandoening kan ontstaan als gevolg van een afwijkende voetstand. Als gevolg van een te veel naar binnen kantelende voet (overpronatie) ontstaat er langdurige en continue druk in de sinus tarsi. Dit kan voor een chronische irritatie of ontsteking zorgen
Het sinus tarsi syndroom wordt ook veel gezien bij mensen die (meerdere keren) door de enkel zijn gegaan, maar ook mensen met overgewicht en reumatoïde artritis hebben een verhoogde kans op een sinus tarsi syndroom.
Behandeling
Als er sprake is van een afwijkende voetstand zoals het teveel naar binnen kantelen van de voet (overpronatie), dan kan doormiddel van een podotherapeutische steunzool de voet worden gecorrigeerd en zo de druk op de sinus tarsi worden verminderd. Hierbij is het ook belangrijk om goede stevige schoenen te dragen om de voet goed te ondersteunen.
Bij veelvuldig omzwikken van de enkel is het belangrijk om ook de stabiliteit van de enkel te verbeteren.
Wat kun je zelf doen
Draag stevige schoenen om zo het naar binnen kantelen van de voet zo goed als mogelijk tegen te gaan. Ervaar je onstabiliteit of zwik je regelmatig door je enkel, probeer dan stabiliteitsoefeningen te doen, om de stabiliteit in de enkel te verbeteren. Gaan de klachten niet over of verergeren ze neem dan altijd contact met ons op.
Tarsaal tunnel syndroom
Pathofysiologie
Het tarsaal tunnel syndroom komt overeen met het meer bekende carpaal tunnel syndroom (bij de pols) en wordt veroorzaakt doordat een zenuw, de nervus tibialis, beknelt komt te zitten.
De nervus tibialis is een lange, kronkelig lopende zenuw, die vanaf de rug via de achterkant van het been naar de enkel loopt. Vlak boven de enkel draait de zenuw naar binnen naar de binnen enkel toe. De zenuw licht daar samen met een slagader tussen drie spiergroepen die samengehouden worden door een stevige band (het ligament licaniatum). Alle structuren bij elkaar lopen door een soort tunnel aan de binnenzijde van de enkel. Klachten ontstaan wanneer deze zenuw in de tunnel klem komt te zitten.
Symptomen
De nervus tibialis loopt onder de enkel langs en heeft vertakkingen naar de onderzijde van de voet. Klachten die kunnen ervaren worden bij een beklemming zijn, pijn, doofheid, tintelingen en een brandend gevoel aan de binnenzijde van de enkel, die kunnen uitstralen naar de onderzijde van de voet en de tenen. Het heffen van de voet of het naar binnen knikken van de enkel kunnen de klachten provoceren. Klachten treden met name op bij of na langdurig staan, wandelen of hardlopen. Klachten verdwijnen meestal weer in rust, echter kan er wel sprake zijn van nachtelijke pijn. Te strakke schoenen kunnen de klachten verergeren, in dit geval zal op blote voeten lopen vermindering van klachten geven, maar in veel gevallen is het niet schoenafhankelijk.
Oorzaak
Klachten kunnen zowel acuut als geleidelijk ontstaan. Doordat de zenuw door een tunnel loopt, worden klachten veroorzaakt door een vernauwing van deze tunnel. De vernauwing van de tunnel kan meerdere oorzaken hebben. Denk hierbij aan vochtophoping (oedeem) in de enkel, verzwikkingen met zwelling als gevolg en irritatie van de spieren waardoor deze verdikt raken. Ook de trekkracht op de zenuw kan daarnaast vergroot worden door een standsafwijking van de voet (zoals een platvoet of een fors naar binnen gekantelde voet) waardoor deze zelf geïrriteerd en bekneld kan raken.
Behandeling.
Meestal is het tarsaal tunnel syndroom goed te behandelen. De behandeling is afhankelijk van de oorzaak van de zenuwbeknelling. De podotherapeut zal in een onderzoek kijken welke structuren zijn aangedaan en gaat op zoek naar de oorzaak van het ontstaan van de klachten. Indien er sprake is van een afwijkende voetstand waardoor de klachten ontstaan kan een podotherapeutische zool helpen om de druk op de zenuw te verminderen, waardoor deze kan herstellen. Daarnaast kan er een advies gegeven worden voor het aanpassen van belastende activiteiten.
Het kan mogelijk zijn dat er andere behandelingen nodig zijn zoals een corticosteroideinjectie, fysiotherapie behandeling, of een brace. Indien dit noodzakelijk is zal de podotherapeut dit met u overleggen en u waar nodig gericht doorsturen.
Wat kan je zelf doen om de klachten te verminderen.
Probeer waar mogelijk activiteiten die de klachten verergeren zoveel mogelijk te vermijden, en draag stevige schoenen (stevige zool en contrefort) om het naar binnen kantelen van de voet zoveel mogelijk tegen ten gaan.
Overbelaste onderbeenspier/ Tendinopathie peroneus brevis
Pathofysiologie:
De peroneus brevis is een spier die vanaf de buitenzijde van de voet achter de enkel door naar het onderbeen loopt. In deze spier kunnen klachten ontstaan. De verzamelnaam voor aandoeningen aan ene spier is tendinopathie. Dit kan dus een overbelasting zijn maar ook een ontsteking of irritatie van de pees.
Symptomen:
Er is vaak sprake van zeurende of stekend pijn aan de buitenzijde van de voet. De pijn kan uitstralen naar de buitenzijde van de enkel en onderbeen. De pijn kan erger worden bij traplopen of bij op de tenen staan. Ook kan er sprake zijn van ontstekingsverschijnselen zoals roodheid, warmte of zwelling.
Behandeling:
Bij een overbelasting is het allereerst belangrijk om voldoende rust te nemen zodat de pees kan herstellen. Daarnaast is het belangrijk om de oorzaak van de klachten aan te pakken. Als er sprake is van een afwijkende voetstand dan kunnen er podotherapeutische steunzolen worden aangemeten om de voetstand te verbeteren en zo de rek op de spier te verminderen.
Daarnaast is het dragen van een stevige schoen waarbij vooral gelet wordt op een stevige loopzool en stevig contrefort (hielvang) belangrijk voor de juiste steun aan de voeten.
Oorzaak:
Een afwijkende voetstand zoals een holle voet of een voet die te ver naar buiten kantelt kan ervoor zorgen dat er tijdens belasting veel rek op de peroneus pees plaats vindt. Als dit langere tijd duurt bijvoorbeeld bij toename van sport of werkbelasting dan kan deze overbelast raken. Ook bepaalde activiteiten waarbij veel voorvoetbelasting wordt gevraagd, zoals langdurig op een ladder of trap staan of lang op de tenen staan kunnen meespelen in het ontwikkelen van een overbelasting. Daarnaast kan het verzwikken van de enkel naar buiten (inversie trauma) ook een oorzaak zijn. Door het zwikken kan er te veel rek op de pees ontstaan waardoor deze geïrriteerd of beschadigd raakt. Als laatste kan verkeerd schoeisel ook bijdragen aan het ontstaan van de klachten.
Wat kan je zelf doen om de klachten te verminderen.
Probeer zoveel mogelijk rust te houden en activiteiten die de klachten verergeren zoals traplopen en op de tenen lopen te vermijden. Probeer daarnaast zo stevig mogelijke schoenen te dragen om de pees zoveel mogelijk rust te geven. Ervaart u veel klachten of worden de klachten niet minder dan is het verstandig contact met ons op te nemen.
Overbelaste voorste scheenbeenspier/ Tendinopathie tibialis anterior
Pathofysiologie:
De tibialis anterior (voorste scheenbeenspier) is de spier die via de voorzijde van de enkel naar de binnenzijde van de voet loopt. De functie van de tibialis anterior is dat de voet niet op de grond klapt zoals bij een klapvoet, maar dat de tenen zachtjes de grond raken. De verzamelnaam voor aandoeningen aan een spier is tendinopathie. Het komt vaak voor bij mensen die geforceerd een heuvel of berg zijn opgelopen of bij schaatsers en skilanglaufers.
Symptomen:
Tendinopathie van de tibialis anterior geeft vaak pijnklachten aan binnenkant en voorkant van de enkel en kan uitstralen naar de wreef. Als er sprake is van een ontsteking dan kan er ook sprake zijn van zwelling, roodheid en warmte op deze locaties. De klachten ontstaan meestal tijdens of na activiteit en kunnen zeurend of stekend van aard zijn. De pijn kan s’ nachts aanhouden en je kan er zelfs wakker van worden. Meestal nemen de klachten weer af door rust.
Oorzaak:
Meestal ontstaat een tendinopathie van de tibialis anterior als gevolg van een afwijkende voetstand waarbij er vergrote trekkrachten op de spier ontstaan zoals te veel naar binnen kantelen van de voet, in combinatie met een te grote belasting zoals toename van sportactiviteit. Zoals al eerder benoemd wordt deze klacht vaker gezien bij mensen die veel de berg of heuvel oplopen, bij schaatsers en skilanglaufers.
Behandeling:
Bij een overbelasting is het allereerst belangrijk om voldoende rust te nemen zodat de pees kan herstellen. Daarnaast is het belangrijk om de oorzaak van de klachten aan te pakken. Als er sprake is van een afwijkende voetstand dan kunnen er podotherapeutische steunzolen worden aangemeten om de voetstand te verbeteren en zo de rek op de spier te verminderen.
Daarnaast is het dragen van een stevige schoen waarbij vooral gelet wordt op een stevige loopzool en stevig contrefort (hielvang) belangrijk voor de juiste steun aan de voeten.
Wat kan je zelf doen om de klachten te verminderen.
Probeer zoveel mogelijk rust te houden en activiteiten die de klachten verergeren zoals traplopen en op de tenen lopen te vermijden. Probeer daarnaast zo stevig mogelijke schoenen te dragen om de pees zoveel mogelijk rust te geven. Let erop dat de veters niet te strak strikt ter hoogte van de wreef, omdat hier de tibialis anterior aanhecht en dit extra klachten kan geven.
Bij veel pijn kan het soms helpen om de voet te koelen. Koelen kan de pijn verminderen, en helpt ook om eventuele zwelling tegen te gaan of te verminderen. Ervaart u veel klachten of worden de klachten niet minder dan is het verstandig contact met ons op te nemen.
Overbelaste achterste scheenbeenspier/ Tendinopathie tibialis posterior
Pathofysiologie:
De tibialis posterior (achterste scheenbeenspier) is de spier die via de achterzijde van de enkel naar de binnenzijde van de voet loopt. De functie van de tibialis posterior is het stabiliseren van de voet, enkel en het onderbeen. De verzamelnaam voor aandoeningen aan een spier is tendinopathie, dit kan een overbelasting zijn maar ook een irritatie of ontsteking.
Symptomen:
tendinopathie van de tibialis posterior geeft vaak pijnklachten aan binnenzijde van de enkel die kunnen uitstralen naar de achterzijde van de enkel en het onderbeen. Als er sprake is van een ontsteking dan kan er ook sprake zijn van zwelling, roodheid en warmte op deze locaties. De klachten ontstaan meestal tijdens of na activiteit en kunnen zeurend of stekend van aard zijn. De pijn kan s’ nachts aanhouden en je kan er zelfs wakker van worden. De pijn is vaak geleidelijk ontstaan en wordt steeds erger. Meestal nemen de klachten weer af door rust.
Oorzaak:
Meestal ontstaat een tendinopathie van de tibialis posterior als gevolg van een afwijkende voetstand waarbij er vergrote trekkrachten op de spier ontstaan zoals het te veel naar binnen kantelen van de voet in combinatie met een te grote belasting zoals toename van sportactiviteit.
Behandeling:
Bij een overbelasting is het allereerst belangrijk om voldoende rust te nemen zodat de pees kan herstellen. Daarnaast is het belangrijk om de oorzaak van de klachten aan te pakken. Als er sprake is van een afwijkende voetstand dan kunnen er podotherapeutische steunzolen worden aangemeten om de voetstand te verbeteren en zo de rek op de spier te verminderen.
Daarnaast is het dragen van een stevige schoen waarbij vooral gelet wordt op een stevige loopzool en stevig contrefort (hielvang) belangrijk voor de juiste steun aan de voeten.
Wat kan je zelf doen om de klachten te verminderen.
Probeer zoveel mogelijk rust te houden en activiteiten die de klachten verergeren zoals traplopen en op de tenen lopen te vermijden. Probeer daarnaast zo stevig mogelijke schoenen te dragen om de pees zoveel mogelijk rust te geven. Bij veel pijn kan het soms helpen om de voet te koelen. Dit helpt bij pijn en eventuele zwelling. Ervaart u veel klachten of worden de klachten niet minder dan is het verstandig contact met ons op te nemen.
Achillespees
Pathofysiologie
Klachten aan de achillespees is een veel voorkomende blessure bij sporters. De achillespees is de grootste pees van het menselijk lichaam. De pees verbindt de kuitspieren met het hielbeen. Een achillespeesblessure kan ontstaan als gevolg van een overbelasting waarbij er sprake is van een acute ontstekingsfase waarbij de achillespees rood, warm gezwollen en pijnlijk is. Als de klachten al langere tijd aanwezig zijn dan kan de overbelasting in een chronisch stadium raken. Er is dan ook pijn in rust en de pijn is langer dan 6 weken aanwezig, vaak is er nog wel sprake van zwelling of verdikking van de pees maar de roodheid en warmte kunnen dan afwezig zijn. Wanneer er grote krachten op de achillespees komen (bijv. bij een onverwachtse beweging) en wanneer de het weefsel van de achillespees door langdurige overbelasting minder sterk wordt (degeneratie) kunnen er scheurtjes in de pees ontstaan of kan de pees zelfs spontaan afscheuren.
Symptomen
Zoals hierboven al beschreven zijn de klachten die bij een achillespees horen van pijn, zwelling, roodheid en warmte. De pijn bevindt zich vaak op de aanhechting van de achillespees op het hielbeen of tot 6cm daarboven. In de acute fase wordt deze vooral gevoeld tijdens belasting en kan deze erger zijn bij de start en aan het eind van de belasting. Bij langer bestaande klachten kan de achillespees zelf ook verdikt raken en de pijn ook in rust aanwezig zijn.
Wanneer de achillespees scheurt, geeft dit acute pijn. De pijn maakt het lopen vrijwel onmogelijk. Als de achillespees helemaal afscheurt voelt dit vaak aan alsof iemand u een schop heeft gegeven. Het is dan erg moeilijk of onmogelijk om te lopen doordat de kuitspieren hun werk niet meer kunnen doen.
Oorzaken
Er zijn meerdere oorzaken mogelijk. Algemene problemen kunnen zijn: een te snelle en/of intensieve training, verkeerde ondergrond, verkeerde schoenen (en/of niet passend bij de voet). Daarnaast kan er ook sprake zijn van een verkeerde voetstand en voetfunctie. Denk hierbij aan voeten die te veel naar binnen staan, holvoeten of een verkeerde stand van het bekken (beenlengteverschil) waardoor er een vergrote spanning op de achillespees ontstaat.
Behandeling
Bij het vaststellen van een behandeling is het allereerst belangrijk om vast te stellen of er sprake is van een (gedeeltelijke) peesscheuring, of dat er sprake is van een (chronische) ontsteking. Als er sprake is van een volledige ruptuur (scheuring) dan is operatieve behandeling noodzakelijk. Is het sprake van een (chronische) ontsteking of irritatie van de achillespees dan is het belangrijk om de oorzaak te achterhalen. Is er sprake van een afwijkende voetstand, dan kunnen podotherapeutische zolen helpen om de spanning van de achillespees te verminderen. Daarnaast bestaat de behandeling altijd uit een belasting/belastbaarheid advies waarbij een periode van relatieve rust wordt voorgeschreven zolang de klachten aanwezig zijn. Daarna is het belangrijk om goed passende schoenen te dragen en de sportbelasting na herstel weer rustig op te pakken om recidief te voorkomen.
Wat kun je zelf doen
Een (chronische) ontsteking van de achillespees ontstaat vaak als gevolg van te grote of te snelle (sport) belasting. Het is daarom belangrijk om bij klachten voldoende rust te houden om de achillespees de tijd te geven weer te kunnen herstellen. Wanneer de klachten weer over zijn is het belangrijk de (sport) belasting weer rustig op te bouwen. Is er sprake van recidief of blijven de klachten aanhouden is het aan te raden contact op te nemen om de oorzaak van de klachten te achterhalen
Compartiment syndroom/loge syndroom
Pathofysiologie
De spieren van het onderbeen kunnen in vier groepen worden verdeeld. Deze 4 groepen worden ook wel compartimenten genoemd. Iedere groep heeft een stug omringd vlies, de spierfascie. Deze spierfascie kan te strak om de spieren komen te zitten als gevolg van overbelasting. Hierdoor kan er een inspanningsgebonden pijn en een gespannen gevoel ontstaan in het onderbeen. De klachten kunnen in alle vier de compartimenten ontstaan en zo dus in verschillende delen van het onderbeen klachten geven. In de meeste gevallen worden de klachten in beide benen ervaren.
Symptomen
De klachten die ervaren worden bij een chronisch compartimentsyndroom zijn inspanning gerelateerde pijn en een gespannen gevoel in het onderbeen. De klachten zakken in rust direct weer af. De klachten kunnen op wisselende locaties in het onderbeen gevoeld worden, afhankelijk van welke compartiment is aangedaan. Het voorste compartiment geeft het vaakst problemen. In dit geval zijn er klachten aan de voorzijde van het onderbeen aanwezig. In sommige gevallen kan er ook doofheid of een tintelend gevoel aanwezig zijn en kunnen de klachten doortrekken naar de voet. In 80 tot 95% van de gevallen zijn beide benen aangedaan.
Oorzaak
Door overbelasting kan de druk in een spiercompartiment toenemen. Mogelijk dat de spieren zwellen of dat de spierfascie (omringend vlies) onvoldoende meegeeft. De bloedtoevoer wordt hierdoor verminderd en de zenuwen komen in de verdrukking waardoor er klachten ontstaan.
De klachten worden vaak gezien bij toename van trainingsduur of trainingsintensiteit. Ze komen vaak voor bij beginnende hardlopers en bij sporthervatting op het oude niveau na ziekte of vakantie zonder goede opbouw. Er lijken verder aanwijzingen dat een afwijkende voetstand (platvoeten, doorgezakte voeten) en een verkeerde looptechniek zorgen voor een verhoogd risico, alleen ontbreken harde bewijzen hiervoor nog.
Behandeling
In eerste instantie zal er een periode van rust of aangepaste activiteit moeten plaatsvinden om de overbelasting van de structuren tot rust te laten komen. Daarna zal de activiteit weer rustig opgebouwd moeten worden, waarbij dit geen pijnklachten mag geven. Wanneer er sprake is van een verhoogde spanning in de spieren kan dit doormiddel van massage, een foamroller of stretchoefeningen verminderd worden. Krachtoefeningen van de been- en heupspieren kunnen helpen bij het opheffen van een eventuele disbalans, waardoor de ene structuur meer belast wordt dan de ander. Wanneer er sprake is van een afwijkende voet- en/of beenstand is het verstandig deze te corrigeren doormiddel van een podotherapeutische steunzool. Ondanks dat harde bewijzen ontbreken kan een verkeerde voetstand namelijk zorgen voor een verhoogde spanning/ belasting op de onderbeenspieren.
Als de behandelingen zoals hierboven beschreven na 3 maanden geen verbetering geven dan kan een operatie worden overwogen om de druk in het compartiment te verminderen.
Wat kun je zelf doen
Probeer activiteiten die de klachten uitlokken te vermijden. Pas waar nodig je training aan en stop bij hevige klachten. Bouw de training rustig op. Blijven de klachten dan terugkomen is het aan te raden toch een onderzoek te laten uitvoeren.
Etalagebenen
Pathofysiologie
Bij etalagebenen is er sprake van een vernauwing van de slagaderen in de benen doordat er een neerslag van kalk en vettige substantie (plaquevorming) aan de binnenwand van de slagaderen gaat zitten (atherosclerose). Door deze vernauwing wordt de bloedtoevoer naar de benen verminderd. De aandoening wordt ook wel arteriële claudicatio intermittens genoemd.
Symptomen
Er ontstaat pijn in de benen tijdens het lopen die weer verdwijnt door even te stoppen met lopen. Om deze symptomen heeft de aandoening ook de naam etalagebenen gekregen omdat mensen in de winkelstraat even stil bleven staan om een etalage te bekijken, maar in werkelijkheid moest de pijn in de benen weer even zakken. Hoe groter de vernauwing in de slagaderen hoe korter de loopafstand wordt voordat men weer even moet stilstaan. Ook kan er een moe gevoel of een gevoel van dat het been niet meer verder wil ontstaan. Het aangedane been kan kouder aanvoelen en bleek van kleur zijn. De klachten komen het meest voor in de kuit, maar kunnen ook in de bilregio, bovenbeen, voetzool of teen optreden.
Oorzaak
De oorzaak van de klachten is de vernauwing als gevolg van de plaque vorming in de slagaderen. Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op deze plaques verergeren. Roken, een verhoogde bloeddruk, een relatief hoge leeftijd en diabetes mellitus (suikerziekte) zijn een aantal van die risicofactoren.
Behandeling
Allereerst is het belangrijk om te weten wat de oorzaak van het ontstaan van de plaques is. Rookt iemand dan is het belangrijk om hiermee te stoppen, is er een onderliggende aandoening zoals diabetes of een hoge bloeddruk dan dient dit behandeld te worden.
Belangrijk bij etalagebenen is om ondanks de pijn in de benen toch te blijven bewegen. Door te bewegen en vooral te blijven wandelen wordt de bloeddoorstroming gestimuleerd. Bij een fysiotherapeut kan er looptraining gevolgd worden. Hierbij leert de fysiotherapeut u om ondanks de pijn toch een stuk door te blijven lopen.
In sommige gevallen zal er een operatieve behandeling plaats moeten vinden om de vernauwing te verhelpen. Echter dient wel de levensstijl te worden aangepakt, om de kans op nieuwe vernauwing kleiner te maken.
Wat kun je zelf doen
Belangrijk is om ondanks de klachten toch te blijven bewegen, om de doorbloeding te stimuleren. Probeer als de pijn optreedt om toch nog een stukje door te blijven lopen alvorens te stoppen.
Probeer daarnaast waarmogelijk de levensstijl (zoals roken) te veranderen.
Mediaal tibiaal stresssyndroom
Pathofysiologie
Mediaal tibiaal stresssyndroom is een verzamelnaam voor inspanning gebonden pijnklachten aan de voorzijde van het scheenbeen, waarbij er geen sprake is van een stressfractuur of verminderde doorbloeding. De klachten bevinden zich vaak op twee derde deel van de voorzijde en iets naar de binnenzijde van het scheenbeen. Voorheen werden alle inspanningsregelateerde scheenbeen klachten shin splints genoemd. Echter was er veel onduidelijkheid wat shin splints precies inhoudt. Daarom spreken we nu van mediaal tibiaal stresssyndroom, waarbij stressfracturen en een compartimentsyndroom buiten de diagnose vallen.
Symptomen
De klachten ontstaan vaak geleidelijk. Eerste instantie kan er een vermoeid of spierpijn gevoel ervaren worden in het onderbeen, daarna wordt de pijn zeurend en diffuus wat aan de binnenzijde van het scheenbeen ervaren, in een later stadium kan de pijn zelfs stekend en/of kloppend van aard zijn. De pijn is in het begin vooral aanwezig bij de start van de activiteit en keert weer terug aan het einde van activiteit. In een later stadium kan de pijn tijdens de gehele belasting aanwezig zijn en zelfs in het dagelijks leven aanwezig zijn. Soms kan er sprake zijn van zwelling en roodheid op de aangedane locatie.
Oorzaak
Mediaal tibiaal stresssyndroom is een overbelasting en wordt vaak gezien bij mensen die veel en hoge belasting op de benen hebben zoals hardlopers, militairen en sporters met veel sprongbelasting. Vaak ontstaat deze blessure bij een te snelle trainingsopbouw of bij verandering in schoeisel. Ook de stand van de voeten en benen kunnen meespelen bij het ontstaan van deze klachten. Te veel naar binnen kantelen van de voeten of o benen kunnen zorgen voor een vergrote spanning/ trek op de structuren rondom het scheenbeen wat de Mediaal tibiaal stresssyndroom kan uitlokken.
Behandeling
De behandeling van de klachten hangt af van de oorzaak. Is er sprake van een afwijkende statiek dan kunnen steunzolen helpen om de klachten te verminderen en recidief te voorkomen. Daarnaast moet de blessure met relatieve rust genezen. Vermijd daarom activiteiten die klachten opwekken en pas je trainingsintensiteit aan.
Wat kun je zelf doen
Doormiddel van rust zal de klacht in veel gevallen vanzelf verdwijnen. Echter zien we vaak bij hervatting van de sportbelasting de klachten weer terugkomen. Belangrijk is om bij de opbouw van het sporten dit heel rustig aan te doen. Ligt een oorzaak in de stand van de voeten of vind je het lastig hoe de sportbelasting weer op te bouwen. Dan is het verstandig een afspraak met ons te maken. We helpen je graag verder.
Varices/spataderen
Pathofysiologie
Varices is de medische term voor spataderen. Het zijn verwijde aderen. In de aderen van de benen zitten een soort klepjes. Deze zorgen ervoor dat het bloed in de rustfase van het hart niet weer terug de benen in stromen. Wanneer de aderen wijder worden dan sluiten de klepjes niet meer goed. Hierdoor ontstaat er een ophoping van bloed. Dit zorg ervoor dat de aderen nog verder gaan uitzetten, en zo ontstaat geleidelijk een spatader.
Symptomen
Spataderen zien eruit als een kronkelend, blauwpaars bloedvat op de benen. Het kunnen hele kleine bloedvaatjes zijn, maar ook hele grote gezwollen aders. De grote spataderen kunnen eruitzien als een soort knobbels. Ze komen het meeste voor in de benen, maar kunnen ook in de schaamstreek of op de onderbuik voorkomen. De meeset mensen ervaren geen klachten van de spataderen. De klachten die kunnen optreden bij spataderen zijn jeuk, zwaar en vermoeide gevoel in de benen, pijnlijke of rusteloze benen, kramp of het vasthouden van vocht (oedeem).
Oorzaak
Het is niet duidelijk wat de oorzaak is van het steeds wijder worden van de aderen. Wel is bekend dat er een erfelijke factor meespeelt. Daarnaast worden spataderen op oudere leeftijd vaker gezien dan op jonge leeftijd en hebben vrouwen vaker last van spataderen. Tijdens de zwangerschap kunnen door de hormonen spataderen ontstaan of erger worden.
Behandeling
Als spataderen geen klachten geven dan hoeven deze niet behandeld te worden. Toch vinden veel mensen ze ontsierend. Wanneer dit het geval is of er zijn klachten dan zijn er een aantal behandelingen mogelijk. Al deze behandelingen zullen in overleg gaan met uw huisarts.
– Elastische kousen: Werken vooral goed bij klachten zoals vermoeidheid of vocht in de benen.
– Dichtspuiten van spataderen met een vloeistof
– Operatief laten verwijderen van de spataderen
– Laseren van de spataderen doormiddel van verhitting.
Wat kun je zelf doen
Je kunt zelf eigenlijk niks doen om de vorming van spataderen te voorkomen of te behandelen.
Zweepslag
Pathofysiologie
Een zweepslag is een acuut ontstane scheur in een spier. Het kan in iedere spier voorkomen maar meestal wordt met een zweepslag een scheur in de kuitspier bedoeld. Het komt het meest voor bij sporten waar regelmatig korte sprintjes worden getrokken of bij plotselinge bewegingsveranderingen. Bij oudere sporters komt het vaker voor dan bij jonge sporters.
Symptomen
Symptomen zijn acute hevige pijn in de aangedane spier, ontstaan tijdens activiteit. De pijn blijft ook na het stoppen van de activiteit heftig aanwezig.
Oorzaak
De scheur ontstaat als gevolg van een plotselinge zeer krachtige aanspanning van de speer tegen grote weerstand. Er wordt gedacht dat het spierweefsel door overbelasting al wat is verslechterd voordat de scheur ontstaat. Risicofactoren voor deze blessure zijn, leeftijd (sporters op middelbare leeftijd lopen een hoger risico), onvoldoende warming up en plotselinge toename van trainingsomvang of intensiteit.
Behandeling
Bij een zweepslag is er schade ontstaan aan een spier. Deze moet kunnen herstellen en dit heeft tijd nodig. De gemiddelde hersteltijd is tussen de vier tot acht weken, maar is afhankelijk van de ernst van de blessure. Volledig terugkeer naar het ouder sportniveau kan maanden in beslag nemen. Zijn de klachten van een zweepslag na de eerste week niet verminderd, dan dient er advies te worden gevraagd aan een arts.
Wat kun je zelf doen
Als er sprake is van aan zweepslag dan is het verstandig om de (sport) activiteit te stoppen. Wanneer de klachten weer afnemen dan kan de belasting langzaamaan weer opgebouwd worden. Hierbij kunnen kracht en rekoefeningen van de kuit bij helpen.
Jumpers knee (springersknie)
Pathofysiologie
Een jumpers knee is een blessure van de aanhechting van de pees die over de knieschijf loopt en aanhecht op het onderbeen. De naam jumpers knee komt voort uit het feit dat het een blessure is die vaak ontstaat bij sporten met veel sprongbelasting, zoals volleybal en basketbal, maar ook bij andere sporten kan deze blessure optreden.
Symptomen
Bij een jumpers knee zijn er klachten aan de onderzijde van de knieschijf. De klachten zijn vaak geleidelijk ontstaan en zijn belasting afhankelijk en treden met name op tijdens de sportbelasting. In de beginfase zullen de klachten in rust weer wegtrekken. Als de blessure heviger is, kunnen de klachten ook na het sporten en in het dagelijks leven aanhouden. De pees kan door de irritatie ook verdikken en na belasting kan er zwelling ontstaan.
Oorzaak
De knieschijf zit aan de onderzijde met een pees vast aan de bovenzijde van het bovenbeen. Als gevolg van overbelasting kan deze pees gaan irriteren. De klachten worden vaak veroorzaakt door een toename van trainingsduur of trainingsintensiteit en wordt vaak gezien bij beginnende sporters of bij sporthervatting na vakantie, ziekte etc. Daarnaast lijken een afwijkende statiek (naar binnen kantelende voeten en naar binnen draaiende knieën), verkeerde sprong- landingstechniek en ondergrond waarop gesport wordt ook een rol te spelen.
Behandeling
Een Jumpers knee is een overbelasting blessure van een pees. Peesblessures kennen over het algemeen een langzaam beloop, waardoor vaak een lange periode van enkele maanden staat voor het herstel. De behandeling bestaat vaak uit een combinatie van:
– Gedoseerde (sport) belasting die onder de pijngrens plaatsvindt om de basisconditie op peil te houden. Dit kan lagere intensie van je eigen sport zijn, maar ook een andere manier van bewegen.
– Optimaliseren van de statiek doormiddel van aanmeten podotherapeutische zolen.
– Oefeningen voor de knieschijf-pees. (in samenwerking met fysiotherapeut)
– Verbeteren van de stabiliteit van de enkel, knie en romp doormiddel van oefeningen.
– Gebruik van hulpmiddelen zoals taping of een patellabandje tijdens het sporten.
– Rekoefeningen van de hamstrings en quadriceps indien deze verkort zijn.
Wat kun je zelf doen
Verminder of staak de activiteiten die de klachten uitlokken. Belangrijk is dat de pijnklachten die ervaren worden niet boven een score van 3 à 4 uit mogen komen. (0= geen pijn,10 is ergste pijn die je je kan voorstellen). Na belasten kan het koelen van de knie pijnverlichting geven. Blijven de klachten aanwezig of kom ze terug bij starten van de sportactiviteit neem dan contact op.
Knie artrose
Pathofysiologie
Artrose is een aandoening waarbij het kraakbeen in kwaliteit achteruitgaat. Het kraakbeen wordt dunner en zachter en kan zelfs helemaal verdwijnen, waardoor er bot op botcontact ontstaat in het gewricht. Bij knieartrose is er sprake van een achteruitgang van de kwaliteit van het kraakbeen in het kniegewricht. Het is een veelvoorkomend probleem en wordt vooral gezien bij mensen boven de 50 jaar. Binnen de knieartrose kennen we 5 gradaties van mate van artrose:
Graad 1: Het kraakbeen is zacht geworden en de verende eigenschappen zijn verminderd. Soms kan er sprake zijn van enige osteofyt vorming (botuitsteeksel) aan de randen van het gewricht. Deze graad is vaak niet waar te nemen op een röntgenfoto.
Graad 2: Er bevinden zich scheurtjes en onregelmatigheden in het oppervlak van het kraakbeen. De schade is vaak oppervlakkig en reikt niet tot aan het bot. Het kraakbeen is ook nog niet dunner geworden.
Graad 3: De scheuren zijn in deze fase diepe groeven of gaten geworden die dieper naar het bot gaan, maar vaak nog niet tot het bot komen. Op een röntgenfoto kan in deze fase een versmalde gewrichtsspleet worden waargenomen.
Graad 4: Het kraakbeen is beschadigd en (bijna) geheel verdwenen. Het onderliggende bot licht bloot. De gewrichtsspleet is versmald en soms bijna helemaal verdwenen.
Symptomen
Het klachtenpatroon van knieatrose kan verschillen per persoon. Wel zijn er een aantal klachten die veelvuldig voorkomen:
– Pijn in de knie, met name tijdens bewegen.
– Start- of ochtendstijfheid, het gevoel op gang te moeten komen, meestal verdwijnt een groot deel van de stijfheid na even bewegen.
– Krakend gevoel en geluid in de knie. Dit komt doordat het gewrichtsoppervlak niet geheel glad meer is. Door de oneffenheid kan een krakend geluid of gevoel worden ervaren.
– Vocht vasthouden in de knie (zwelling). Door de irritatie wordt er vocht aangemaakt door het lichaam, waardoor het gewricht gezwollen kan raken.
– Gevoel van instabiliteit.
– Vermindering van bewegelijkheid van de knie, of gevoel dat de knie op slot schiet.
– Er kan sprake zijn van een standsverandering van de knie, met name als de slijtage zich aan één zijde van de knie voordoet. Zo kan er een grotere x-stand of o-stand van de knie ontstaan.
Oorzaak
Meestal ontstaat artrose geleidelijk als gevolg van ouderdom en slijtage. Met de jaren verminderd de kwaliteit van het kraakbeen en treed er slijtage op. Dit is een natuurlijk verschijnsel. Vrijwel iedereen boven de 75 heeft artrose in één of meerdere gewrichten.
Knieartrose kan ook op jongere leeftijd ontstaan of ergere mate aannemen als gevolg van:
– (Erfelijke) Aanleg
– Afwijkende stand van de benen, zoals een overmatige x- of o-stand
– Als gevolg van een trauma, bijvoorbeeld meniscus- of kruisbandletsel
– Instabiliteit in de knie door laxiteit van gewrichtsbanden, of door onvoldoende spierkracht.
– Overbelasting door veelvuldig en intensieve sportbeoefening of overgewicht.
– Als gevolg van veelvuldige ontstekingen, bijvoorbeeld bij Reumatoïde artritis.
Behandeling
Als er eenmaal artrose in een gewricht zit is dit proces niet meer terug te draaien. Artrose is dus niet te genezen. Wel zijn er mogelijkheden om de klachten te verlichten en het kraakbeen zo gezond mogelijk te houden. Hierbij is gedoseerd bewegen belangrijk. Rust, en stil gaan zitten helpt niet en zorgt vaak alleen maar voor meer gevoel van pijn en stijfheid. Gedoseerd bewegen binnen de pijngrens helpt om het kraakbeen van voedingsstoffen te voorzien. Eventueel kan in samenwerking met de fysiotherapeut naar een oefenprogramma gekeken worden, waarbij er ook gekeken wordt naar spierversterkende oefeningen om de belasting op het kniegewricht te verminderen.
Podotherapeutische behandeling kan bestaan uit het veranderen van de stand van de knie, om op deze manier de druk op de versleten gedeeltes te verminderen en daardoor het lopen en bewegen te vergemakkelijken.
Wanneer conservatieve behandelingen geen verbeteringen geven. Kan in overleg met een orthopedisch chirurg ervoor gekozen worden om de knie te vervangen voor een kunstknie (knieprothese).
Wat kun je zelf doen
Probeer te blijven bewegen, maar wel binnen de pijngrens van de knie.
Kniebanden
Pathofysiologie
In de knie bevinden zich twee kniebanden. De binnenste knieband (lig. Collaterale mediale) en de buitenste knieband (lig. Collaterale laterale). De kniebanden zorgen voor de stabiliteit van de knie en het tegengaan van overmatige bewegingen. Als er sprake is van klachten aan de buiten- of binnenkant van de knie, dan kan er sprake zijn van een overbelasting van de kniebanden. Ook kan het zijn dat de kniebanden na een (sport) trauma zijn beschadigd.
Symptomen
Afhankelijk van welke band is aangedaan zal er een stekende pijn aan de binnen- of buitenzijde van de knie worden ervaren. De pijn neemt toe wanneer de knie meer belast wordt. Ook s’ nachts kunnen er pijnklachten aanwezig zijn wanneer de knieën op elkaar liggen.
Wanneer er sprake is van een acuut letsel van de banden dan is er vaak sprake van een zwelling, blauwe verkleuring, stijfheid en kan er een gevoel van instabiliteit ontstaan van de knie.
Oorzaak
De klachten ontstaan als gevolg van een langdurig verhoogde spanning op de banden in combinatie met vaak langdurig of overmatig gebruik zoals bij sporten of lange afstanden wandelen. Vaak is er sprake van een afwijkende statiek van de knie, zoals een overmatige x-stand of o-stand. Bij een o-stand komt er veel spanning op de buitenste knieband en bij een x-stand veel spanning op de binnenste band. De voetstand kan hier ook een rol in spelen. Bij een te veel naar binnen kantelen van de voet (overpronatie) ontstaat er vaak een vergrote x-hoek van de knieën. Omgekeerd bij een te veel naar buiten staan van de voeten (varusstand) zal de knie ook meer een o-stand komen te staan.
Wanneer er sprake is van een beschadiging van de knieband, is dit meestal als gevolg van een trauma. Er is dan een te grote varus- of valgus druk geweest. Dit ontstaat als er een grote kracht inwerkt aan de binnen- of buitenkant van de knie waardoor deze in een te grote x- of o- stand wordt gedrukt. Vaak gebeurt dit als gevolg van een sportblessure bijvoorbeeld een tackel tijdens het sporten.
Behandeling
Voor het starten van de behandeling is het noodzakelijk om te achterhalen of er sprake is van letsel aan de banden, of dat er sprake is van een overbelasting. Dit kan door de podotherapeut getest worden met een aantal specifieke testen. Is er sprake van letsel aan de banden, dan is de behandeling afhankelijk van de ernst van de schade aan de banden. Bij een klein scheurtje of een deels ingescheurde knieband, dan kan in de meeste gevallen dit met rust weer genezen. Is er sprake van een volledig afgescheurde knieband, dan kan een operatie noodzakelijk zijn.
Is er sprake van een overbelasting van de kniebanden, dan is het belangrijk om de oorzaak van deze overbelasting te achterhalen. Is er sprake van een afwijkende kniestand als gevolg van een afwijkende voetstand, dan kunnen podotherapeutische zolen helpen o de kniestand te verbeteren. Daarnaast kan in samenwerking met fysiotherapie oefentherapie gegeven worden om de stabiliteit en spierfunctie van de knie te verbeteren en zo de belasting op de kniebanden te verminderen.
Wat kun je zelf doen
Is er sprake van letsel, dan kun je de aangedane plek koelen met ijs (nooit direct op de huid) of koud water om zwelling te voorkomen of tegen te gaan. Verder is het belangrijk om de knie voldoende rust te geven om te kunnen herstellen.
Kruisbandletsel
Pathofysiologie
In de knie bevinden zich twee kruisbanden, de voorste en achterste kruisband. De kruisbanden verbinden het bovenbeen met het onderbeen. Ze spelen een belangrijke rol bij het bewaren van de stabiliteit in het kniegewricht. De kruisbanden zorgen ervoor dat de knie niet te veel naar voren of achter kan bewegen/schuiven en gaat ook overmatige draaibewegingen van de knie tegen. Kruisbandletsel en met name voorste kruisbandletsel komt relatief vaak voor bij sporten waar veel draaibewegingen worden gemaakt zoals, voetbal, rugby, basketbal, handbal, korfbal en skiën.
Symptomen
Het letsel van de kruisbanden ontstaat meestal op een duidelijk aanwijsbaar moment. Er kan een knappend of poppend gevoel in de knie worden gevoeld, en er is hevige pijn in de knie aanwezig. Binnen korte tijd nadat de kruisband scheurt wordt de knie dik, en steunen op de knie kan moeilijk zijn. De pijn in de knie is niet specifiek kenmerkend voor een kruisbandletsel. Meestal is de pijn afkomstig van de omliggende structuren die mede beschadigd zijn. Een niet volledig gescheurde kruisband geeft vaak meer pijnklachten dan een volledig afgescheurde kruisband. Nadat de kruisband is afgescheurd voelt de knie onstabiel aan. Met name bij belasting en bij het sporten kan dit ervaren worden.
Oorzaak
Kruisbandletsel ontstaat eigenlijk altijd als gevolg van een trauma. Voor de voorste kruisband is dit vaak als gevolg van een onverwachtse beweging waarbij en gebogen knie wordt verdraaid.
Een achterste kruisbandblessure komt veel minder vaak voor. Bij de achterste kruisband is vaak het zogenaamde “daschboardtrauma” waarbij bij een frontale aanrijding het dashboard tegen de voorkant van het onderbeen aankomt terwijl de knie gebogen is de grootste oorzaak. Ook het overstrekken van de knie kan letsel aan de achterste kruisband veroorzaken.
Behandeling
Bij jonge, actieve patiënten, die veel sporten en een gevoel van instabiliteit ervaren als gevolg van de kruisbandruptuur zal er vaak voor een operatief herstel van de kruisband worden gekozen.
Bij patiënten die geen actief leven lijden, wat ouder zijn en niet actief sporten wordt vaak gekozen voor een conservatief beleid (niet operatief). Dit geld ook als de kruisbanden maar deels gescheurd of verrekt zijn. In dit geval is de behandeling gericht op het stabiliseren van de knie en het versterken van de spieren rondom de knie. In sommige gevallen kan het hierbij helpen om ook de stand van de voeten aan te pakken doormiddel van schoenadvies en podotherapeutische zolen. Hierdoor ontstaat er een betere houding en wordt het stabiliseren en versterken van de spieren vergemakkelijkt.
Wat kun je zelf doen
Is de blessure net ontstaan dan kun je de knie koelen met ijs (nooit direct op de huid) of koud water om zwelling tegen te houden of te verminderen. Probeer daarna de knie zoveel mogelijk te ontzien. Het is aan te raden om bij acute knieklachten contact op te nemen met ons, een fysiotherapeut of je arts om te achterhalen welke structuren zijn aangedaan.
Meniscus letsel
Pathofysiologie
In de knie bevinden zich twee halvemaanvormige schijven die tussen het bovenbeen en onderbeen liggen. Deze schijven zijn de binnenste en buitenste meniscus. De functie van de menisci is de druk in het gewricht te verdelen. De bolvormige vorm van het bovenbeen past namelijk niet mooi op de platte vorm van het onderbeen. De binnenste en buitenste meniscus zorgen ervoor dat de botdelen toch mooi op elkaar aansluiten en zorgt ervoor dat er niet op een plek een piekbelasting ontstaat in het gewricht. De menisci kunnen beschadigd raken als gevolg van acuut letsel of door veroudering en slijtage. Bij een acuut letsel ontstaat er een scheur in een van de menisci. De scheur kan op verschillende plekken zitten en verschillende vormen aannemen. Meniscus letsel wordt vaak gezien in combinatie met een gescheurde kruisband of kniebandletsel.
Symptomen
Meniscus letsel kenmerkt zich door acuut opkomende pijn. De pijn zal zich bevinden aan de kant waar de meniscus gescheurd is. Vaak is tijdens het trauma een knappend geluid of gevoel waar te nemen. Belasting waarbij veel druk op de meniscus komt zoals traplopen en hurken zullen de pijnklachten opwekken. Ook belastende draaibewegingen geven pijn in de knie. Wanneer een stukje van de meniscus gedeeltelijk of geheel losscheurt dan kan deze in de knie schieten en zorgen voor slotklachten. De knie kan dan plots niet meer volledig strekken of buigen omdat een deel van de meniscus is klem komen te zitten.
Oorzaak
Meniscus letsels kenmerkt zich door plotseling ontstane klachten. Vaak is er sprake van een verdraaiing van een gebogen knie terwijl de voet nog aan de grond staat.
Ook kan er sprake zijn van meniscus klachten die geleidelijk zijn ontstaan. Dan is er meestal sprake van degeneratief meniscus letsel. Dit ontstaat doordat de kwaliteit en stevigheid van de meniscus achteruitgaat als gevolg van slijtage.
Behandeling
Is er sprake van een niet te grote scheur dan kan deze uit zichzelf weer genezen. De behandeling zal er dan op gericht zijn om het herstel te optimaliseren en het stabiliseren van de knie. In veel gevallen gebeurt dit door behandeling bij een fysiotherapeut. Als er sprake is van een afwijkende voetstand dan kan een podotherapeut schoenadvies geven en eventueel podotherapeutische zolen aanmeten om te helpen bij het stabiliseren van de knie.
Is er sprake vaan een grote scheur, pijn, zwelling en slotklachten dan zijn dat indicaties voor een operatieve behandeling. In dit geval zullen de mogelijkheden besproken worden met de arts en orthopeed.
Wat kun je zelf doen
Is de blessure net ontstaan dan kun je de knie koelen met ijs (nooit direct op de huid) of koud water om zwelling tegen te houden of te verminderen. Probeer daarna de knie zoveel mogelijk te ontzien. Het is aan te raden om bij acute knieklachten contact op te nemen met ons, een fysiotherapeut of je arts om te achterhalen welke structuren zijn aangedaan.
Osgood Schlatter
Pathofysiologie
Bij Osgood schlatter is de aanhecht van de kniepees op het scheenbeen geïrriteerd en/of ontstoken. De kniepees hecht aan op een harde knobbel die zich direct onder de knie bevindt. Deze knobbel wordt ook wel de tuberositas tibiae genoemd. Het is een aandoening die veel voorkomt bij kinderen die snel groeien en veel sporten. Het wordt vaker gezien bij jongens dan bij meisjes. Bij Jongens wordt het vaak gezien in de leeftijd tussen de 10 en 16 jaar en bij meisjes tussen de 8 en 12 jaar.
Symptomen
Er is sprake van pijn bij aanraking of knielen aan de voorzijde van de knie ter hoogte van de tuberositas tibiae (knobbel). De tuberositas tibiae kan zich ook verdikken waardoor deze meer gaat uitsteken. Er kan sprake zijn van vochtophoping en plaatselijke warmte. De pijn wordt meestal het ergst gevoeld tijdens of na het sporten. In de meeste gevallen is één knie aangedaan, maar ook beide knieën kunnen aangedaan zijn. De klachten beginnen over het algemeen vaag en worden in de loop van de tijd erger.
Oorzaak
De aanhechting van de kniepees is overbelast of geïrriteerd geraakt als gevolg van langdurig te grote spanning. Dit komt meestal door een combinatie van veel sporten en te snel groeien. De knobbel (tuberositas tibiae) is bij kinderen nog niet volledig vastgegroeid, waardoor deze dus sneller geïrriteerd kan raken. De klachten ontstaan meestal bij sporten waarbij veel gerend, gesprongen of geknield wordt.
Behandeling
De klachten zullen vrijwel altijd vanzelf verdwijnen als de groeischijf van de knie is gesloten. Dit is bij jongens zo rond het 17de levensjaar en bij meisjes vaak eerder. Voor die tijd zijn klachten vaak moeilijk te behandelen en kunnen na een periode van relatieve milde klachten ook weer verergeren.
Behandeling is er opgericht om de klachten te verminderen en de (trek) spanning op de tuberositas tibiae te verminderen. Dit kan doormiddel van rekoefeningen en het adviseren van een periode van rust. Als er sprake is van een afwijkende voetstand die de spanning van de pees op de knie vergroot kunnen corrigerende podotherapeutische zolen ook helpen.
Wat kun je zelf doen
Als er veel pijn is tijdens het sporten kan het verstandig zijn deze activiteiten te verminderen of voorlopig even te vermijden. Daarnaast is het verstandig om de bovenbeenspieren te rekken zodat de spanning hierop wordt verminderd.
Patello femoraal pijn syndroom
Pathofysiologie
Het patello femorale gewricht is het gewricht tussen de knieschijf (de patella) en het bovenbeen (de femur). De knieschijf heeft aan de achterzijde een puntige vorm. Het bovenbeen het een groeve waarin deze puntige vorm van de knieschijf precies past. Hierdoor kan de knieschijf op en neer bewegen. Wanneer de knieschijf niet meer goed in de groeve kan bewegen kan dit klachten veroorzaken dit wordt ook wel het niet goed “sporen”van de knieschijf genoemd. In dat geval spreken we van het patello femoraal pijn syndroom.
Vermoedelijk wordt de pijn veroorzaakt door irritatie van de kapsels en banden rondom de knieschijf.
Symptomen
Bij een patello femoraal pijn syndroom ontstaat geleidelijk pijn rondom en achter de knieschijf. Met name belasting waarbij er in buigbelasting veel druk op de knie ontstaat, zoals traplopen, fietsen, hurken en hardlopen, worden de klachten geprovoceerd. Ook bij langere tijd zitten kan de knie klachten geven. In sommige gevallen ervaren mensen een gevoel alsof de knie hapert bij het buigen of strekken.
Oorzaak
Er zijn meerdere oorzaken waardoor de knieschijf niet goed “spoort”. De mogelijke oorzaken zijn:
– Standsafwijking van de knieën, voortkomend uit een afwijkende voetstatiek.
– Verkorte spieren of strakke weke delen
– Vorm of stand van de knieschijf en/of de groeve.
– Verstoorde werking of krachtsvermindering van de spieren rondom de knieschijf.
– Verminderde belastbaarheid van de knie.
Behandeling
De pijn van het patello fermoraal pijn syndroom kan erg vervelend zijn, maar is verder onschuldig. Het is voor de behandeling belangrijk om de oorzaak van de klachten te achterhalen. In veel gevallen worden er met relatieve rust en oefentherapie om de spieren rondom de knieschijf te trainen goede resultaten gehaald bij klachtenvermindering. Als er sprake is van een afwijkend knie of voetstand is het verstandig om podotherapeutische zolen aan te laten meten. Deze zorgen voor een betere stand, waardoor de knieschijf gemakkelijker in de groeve kan bewegen. Daarnaast kan het tapen van de knieschijf tijdens belasting die klachten geeft ook verlichting geven.
Wat kun je zelf doen
Probeer activiteiten die klachten geven te vermijden. Pas waar nodig de (sport) belasting aan. Het is aan te raden om voor verdere behandeling advies in te winnen bij een specialist.
Pes anserinus syndroom
Pathofysiologie
De pes anserinus is de medische naam voor de aanhechting van drie pezen aan de binnenzijde van de knie op het scheenbeen. De pes anserinus betekend letterlijk ganzenpoot. De naam komt voort uit het feit dat de drie pezen samen een soort ganzenpoot vormen. De drie pezen die de pes anserinus vormen hebben voornamelijk als functie het buigen en draaien van de knie. Daarnaast stabiliseren ze de knie zodat deze niet te ver naar binnen kan zakken. Tussen de gezamenlijke eindpees en het scheenbeen ligt een slijmbeurs. Bij het pes anserinus syndroom is het lastig te achterhalen of de klachten voortkomen vanuit een peesontsteking of vanuit een slijmbeurs ontsteking. Vandaar dat er gesproken wordt over een syndroom.
Symptomen
Een typisch symptoom van het pes anserinus syndroom is pijn aan de binnenzijde en onderzijde van de knie. De pijn wordt vaak verergerd bij de trap op of af lopen. De locatie wordt vaak niet heel specifiek gevoeld maar over een wat groter gebied aan de binnenzijde van de knie. Er kan pijn en ochtendstijfheid aanwezig zijn, en soms is er sprake van lokale zwelling. Vaak is druk op de aanhechting van de pezen pijnlijk.
Oorzaak
De klachten komen voort uit een irritatie of ontsteking van de pezen of de slijmbeurs. Vaak ontstaat het bij een afwijkende kniestand, met name bij een x-stand van de knieën. Hierdoor ontstaat er meer druk en spanning op de structuren aan de binnenzijde van de knie. Daarnaast kan spanning of te kortte hamstrings ook voor klachten zorgen van de pes anserinus.
Behandeling
De behandeling richt zich in eerste instantie op vermindering van de pijn en de irritatie of ontstekingsreactie. (relatieve) rust, ijspakking of een ontstekingsremmer kan hierbij helpen.
Vervolgens zal ook de oorzaak van het ontstaan van de klachten moeten worden aangepakt. Is er sprake van een afwijkende voetstand dan kunnen podotherapeutische zolen helpen de stand van de voeten en knieën te corrigeren. Is er sprake van gespannen en te korte hamstrings dan kunnen oefeningen ervoor zorgen dat de spanning wordt verminderd.
Wat kun je zelf doen
Probeer de aangedane knie rust te geven. Eventueel kun je de plek zelf koelen met ijs (nooit direct op de huid) of koud water om een eventuele ontstekingsreactie te verminderen.
Quadriceps tendinopathie
Pathofysiologie
De spier die aan de voorkant van het bovenbeen loopt noemen we de musculus (spier) quadriceps. Deze spier heeft als functie om de knie te strekken. De spier bestaat uit vier bundels die gezamenlijk via een pees aan de bovenkant van de knieschijf aanhechten. Wanneer er sprake is van pijnklachten aan de voorkant van de knie net boven de knieschijf kan er sprake zijn van een tendinopathie of tendinitis van de quadriceps. Wanneer er sprake is van ontsteking van de pees wordt dit tendinitis genoemd (Tendon = pees, itis = ontsteking), wanneer er alleen sprake is van irritatie wordt dit vaak tendinopathie genoemd.
Symptomen
Bij quadriceps tendinopathie is er sprake van pijn boven de knieschijf. Vooral bij strekkende beweging van de knie zijn deze pijnklachten te voelen. De pijn is tijdens en/of na (sportieve) activiteiten waarbij de bovenbeenspieren veel belast worden zoals hardlopen, springen, hurken en fietsen aanwezig. Vaak voelt de knie na de inspanning stijf aan, dit kan ook de dag erna nog aanwezig zijn.
Een peesblessure kent vaak verschillende fases. In de eerste fase zal de pijn vooral aan het begin van een activiteit aanwezig zijn en wegtrekken na een periode van bewegen. De pijn keert na de belasting of aan het eind van de belasting weer terug, in de volgende fase zal de pijn tijdens de hele belasting aanwezig zijn, In de laatste fase is de pijn ook in rust aanwezig. Bij een peesirritatie ontstaat vaak een verslechtering (degeneratie) van het peesweefsel. Dit kan ervoor zorgen dat de pees uiteindelijk gedeeltelijk of volledig zal scheuren.
Oorzaak
De quadriceps spier zorgt voor strekking van de knie. Hierbij komen er veel krachten op de pees die aanhecht net boven de knieschijf. Door herhaaldelijke bewegingen of te grote krachtsinspanning van deze spier kan de pees overbelast raken. Meestal ontstaat dit door sportbelasting, maar kan ook voorkomen door bijvoorbeeld frequent diep hurken of het opvangen van een sprong vanaf hoogte.
Meestal ontstaan de klachten geleidelijk, maar kunnen ook acuut ontstaan door een plotselinge grote kracht op de pees. Andere risicofactoren voor het ontstaan van quadriceps tendinopathie zijn: gewrichtsstijfheid van heup/knie/enkel/lage rug, spierzwakte rondom knie/bekken/romp, eerdere blessures aan de pees, houding en/of standsafwijkingen van de voeten of knieën en slecht schoeisel met onvoldoende demping en stabiliteit.
Behandeling
Een tendinopathie of tendinitis is in veel gevallen het gevolg van een overbelasting. Het is daarom erg belangrijk om voldoende rust te nemen om de pees te kunnen laten herstellen. Dit betekent niet dat je niet meer mag bewegen, maar het is belangrijk om activiteiten die de klachten opwekken of verergeren te vermijden. Daarnaast zal de spier ook getraind moeten worden. Het is verstandig hier snel mee te beginnen. Het is aan te raden om hiervoor contact te zoeken met een fysiotherapeut om de balans tussen rust en inspanning goed af te stellen. Dit is namelijk erg belangrijk voor een goed herstel.
Is er sprake van een houding- of standsafwijking in de voeten die voor een vergrote trekspanning op de m. quadriceps zorgt, dan kunnen podotherapeutische zolen helpen om de houding te verbeteren en zo de spanning te verminderen. Ook kan de podotherapeut schoenadvies geven, waarbij de juiste stevigheid en demping in dit geval erg belangrijk is.
Wat kun je zelf doen
Heb je klachten die lijken op een quadriceps tendinopathie dan is het verstandig niet te lang zelf aan te rommelen maar advies te vragen van een specialist. Als je te lang wacht dan kunnen de klachten verergeren en duurt het herstel alleen maar langer.
Tractus iliotibialis frictie syndroom/ lopers knie.
Pathofysiologie
De tractus iliotibialis is een peesplaat die aan de buitenzijde van de knie loopt. Het is de pees van een spier die vanaf het bekken loopt. Tijdens het buigen en strekken van de knie beweegt de peesplaat over een uitstekend bot aan de buitenkant van de knie, de epicondyl. Normaal zorgt een soort glad vetweefsel ervoor dat de wrijving tussen de peesplaat en de epicondyl niet te veel frictie veroorzaakt. Wanneer er wel te veel frictie ontstaat, raakt het vetweefsel geïrriteerd en zal bij elke beweging pijnklachten kunnen veroorzaken.
Symptomen
De symptomen bij een tractus iliotibialis frictie syndroom zijn pijnklachten aan de buitenzijde van de knie die tijdens of direct na belasting wordt ervaren. Meestal ontstaan de klachten op een vast moment tijdens de belasting, bijvoorbeeld na een bepaald aantal kilometer hardlopen. In de beginfase zal de pijn in rust snel weer verdwijnen. Zijn de klachten al langer en in ergere mate aanwezig dan kunnen de klachten ook langer aanwezig blijven in rust. De klachten worden met name gezien bij hardlopen, bergwandelen en fietsen.
Oorzaak
De reden van het ontstaan van de klachten is vaak als gevolg van een te grote spanning op de tractus iliotibialis. Dit kan meerdere oorzaken hebben:
– Afwijkende statiek, zoals het teveel naar buiten staan van de voet (varus stand) of O – benen.
– Verkeerde looptechniek (bijvoorbeeld het naar binnen draaien van de knie tijdens hardlopen)
– Altijd aan dezelfde kant van de weg lopen waardoor de knie in een gedwongen O stand komt te staan.
Daarnaast kan er sprake zijn van een anatomische “afwijking”. Dit betekent dat erfelijk gezien de vorm van het epicondyl waar de peesplaat overheen loopt wat meer kan uitsteken.
De klachten komen vaak voor bij een sterke toename van trainingsintensiteit of trainingsafstand.
Behandeling
In de acute fase is het belangrijk de knie de tijd te geven om te kunnen herstellen. Dit betekent dus belasting die klachten veroorzaken, zoals hardlopen of wandelen vermijden. Aangeraden wordt om in deze fase vast te starten met oefeningen van de knie en heup, om de spanning van de tractus iliotibialis te verminderen. Als de irritatie van de pees is verminderd kan het lopen weer rustig opgepakt worden. Wel is het belangrijk om de oorzaak van de klachten aan te pakken om zo recidief te verminderen. Is er sprake van een afwijkende voetstand, of looppatroon dan zouden er podotherapeutische zolen kunnen worden aangemeten om de stand te corrigeren. Ook kan het aan te raden zijn om via een loopscholing je looptechniek te verbeteren.
Wat kun je zelf doen
Ervaar je klachten van een tractus iliotibialis frictie syndroom zorg ervoor dat de knie rust krijgt om te herstellen. Bouw bij het starten van de sportbelasting deze rustig op, ga vooral niet te snel of te ver.
Hamstringblessure
Pathofysiologie
De hamstring is een groep van drie spieren die aan de achterkant van het bovenbeen zitten. De spieren lopen vanaf de achterkant van je heup naar de binnen- en buitenzijde van de knie. De voornaamste functie van de hamstringspieren zijn het buigen van de knie en het strekken van de heup. De medische naam voor de drie spieren zijn: m. Biceps Femoris, m. Semitendinosus en de m. Semimembranosus. Wanneer de hamstring spieren te veel op rek komen te staan, kan de hamstring uitrekken of inscheuren.
Symptomen
Direct na het maken van een verkeerde beweging ontstaat er een hevige pijn aan de achterzijde van het been. Bij het aanspannen of rekken van de hamstring wordt de pijn erger. Is er sprake van een spierscheuring dan is in sommige gevallen na een paar dagen een blauwe plek zichtbaar.
Oorzaak
Als gevolg van een te grote rek of spanning op de hamstring kan deze verrekken of inscheuren. Vaak gebeurt dit tijdens een sprint waarbij je plotseling een scherpe pijn in het midden van je hamstring ervaart. Ook bij een hoge trap, een spagaat of sliding kan je hamstring verreken of inscheuren. De pijn voel je dan meestal meer richting je bil. De kans op een hamstringblessure wordt groter wanneer je al vaker een hamstringblessure hebt gehad en op oudere leeftijd bent. Vermoeidheid en ongelijke spieropbouw kunnen ook een rol spelen bij het ontstaan van deze blessure.
Behandeling
Is de blessure net ontstaan dan kun je de hamstring koelen en eventueel ondersteunen met een drukverband. Probeer de hamstring zoveel mogelijk te ontlasten, maar houd hem wel in beweging. Dit kan door rustig wandelen of als dit te veel pijn doet, in liggende positie rustig je hak naar je bil bewegen. Na een paar dagen is het verstandig om de hamstring rustig te gaan trainen. Doe dit bij voorkeur bij een (sport) fysiotherapeut.
Wat kun je zelf doen
Ontlast de hamstring zoveel mogelijk maar blijf wel actief. Neem voor de revalidatie bij voorkeur contact op met een specialist om de kans op recidief te verkleinen. Hamstringblessures keren bij onvoldoende herstel snel terug.
Rectus Femoris tendinopathie
Pathofysiologie
De Rectus Femoris is de spier die vanaf het bekken recht over het bovenbeen naar de bovenzijde van de knie loopt. De functie van de spier is het strekken van de knie en het buigen van de heup. Bij klachten van deze spier is vaak de peesaanhechting in het bovenste deel aan de voorzijde van de heup aangedaan. In ernstige gevallen kan de pees zelfs deels of geheel afscheuren.
Symptomen
De symptomen bij een Rectus Femoris tendinopathie zijn: pijn aan de voorzijde van de heup en/of het bovenbeen, pijn bij het heffen en/of het strekken van de knie tegen weerstand, pijn bij het rekken van de spier, een stijf gevoel aan de voorzijde van de heup en drukpijn op de aanhechting van de pees. Klachten treden vaak op bij activiteiten waarbij de spier in actie komt, zoals bij hardlopen of voetballen.
Oorzaak
De belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van de klachten is overbelasting. Activiteiten waarbij langdurig of in korte tijd veel kracht op de pees komt kunnen de klachten veroorzaken. Ook kan de klacht acuut ontstaan door een korte krachtsinspanning. In dit geval zien we vaak scheuring ontstaan in deze spier.
Behandeling
Zowel bij een acute als een langzaam ontstane blessure aan de Rectus Femoris is het belangrijk om (gedoseerde) rust te nemen om de spier de tijd te geven te kunnen herstellen. Wanneer de klachten over zijn kan de spier langzaamaan weer belast worden en (sport) activiteiten gestart worden. Het kan belangrijk zijn om de spier eerst weer sterk te maken doormiddel van spierversterkende oefeningen. Het is verstandig om dit via de (sport) fysiotherapeut te doen zodat je de juiste oefeningen uitvoert en op de juiste manier. Als er sprake is van een standsafwijking van de voeten of de benen waardoor er meer spanning op de Rectus Femoris komt te staan, dan kunnen podotherapeutische zolen mogelijk helpen om de stand te verbeteren.
Wat kun je zelf doen
Probeer voldoende rust te houden en activiteiten die klachten geven te vermijden. Op die manier heeft de spier de tijd om te kunnen herstellen en te genezen. Vermoed je een spierscheur of volledige afscheuring, dan is het altijd verstandig contact op te nemen met de huisarts.
Bekkeninstabiliteit
Pathofysiologie
Het bekken wordt gevormd door drie botstukken, de linker bekkenhelft, de rechter bekkenhelft en het heiligbeen. De botstukken worden aan elkaar verbonden door middel van drie gewrichten. Aan de achterzijde wordt het heiligbeen ingeklemd door de twee bekkenhelften, deze vormen samen de SI-gewrichten (sacro-iliacale gewricht). Aan de voorzijde zijn de twee bekkenhelften verbonden doormiddel van de ‘symfyse’. Verschillende banden die over de gewrichten heenlopen houden de botstukken bij elkaar. Wanneer de banden verslappen worden de gewrichten soepeler. Dit is bij een zwangerschap heel functioneel, maar het kan ook klachten opleveren doordat de banden overbelast raken of beschadigen. In dat laatste geval spreken we van bekkeninstabiliteit.
Symptomen
De klachten kunnen verschillen per persoon. De meest voorkomende klachten bij bekkeninstabiliteit zijn:
– Pijn in de onderrug, het stuitje, de buik, zijkant of achterkant van het bovenbeen, in de liezen of aan het schaambeen.
– Last bij activiteiten zoals traplopen, omdraaien in bed, langdurig zitten of lopen, bij opstaan uit de stoel of na een dag met veel activiteiten.
– Pijn bij schokkende bewegingen, zoals bij hardlopen, fietsen of autorijden op een ongelijke ondergrond
– Onvermogen om op 1 been te staan
– Startpijn, bijvoorbeeld bij het opstaan s’ ochtends uit bed of na een lange tijd zitten.
– Pijn tijdens menstruatie, of seksuele gemeenschap
– Vermoeidheid.
Oorzaak
De klachten worden vaak gezien tijdens of kort na de zwangerschap. Tijdens de zwangerschap zorgen hormonen ervoor dat de banden verweken en de bekengewrichten soepeler worden. Dit zorgt ervoor dat het bekken makkelijker kan vervormen tijdens de geboorte, zodat het kind eenvoudiger het bekken kan passeren. Echter kan dit ook voor een te grote soepelheid zorgen waardoor er klachten ontstaan.
De klachten kunnen ook voorkomen bij zonder dat er sprake is van een zwangerschap. Hierbij speelt vaak een ongeluk of val een rol waardoor de bekkenbanden overrekken of scheuren. Daarnaast kan ook een verslapping van de dwarse en schuine buikspieren een rol spelen bij het ontstaan van bekkeninstabiliteit.
Behandeling
Behandeling bij bekkeninstabiliteit is vaak een combinatie van behandelingen bij verloskundige, gynaecoloog en (bekken)fysiotherapeut. Adviezen en oefeningen zullen het grootste deel van de behandeling vormen. Voor iedereen zal de behandeling een ander effect kunnen hebben. Er is nog geen behandeling gevonden die ervoor zorgt dat iedereen volledig klachtenvrij wordt.
Wat kunt u zelf doen
Probeer een goede balans te vinden tussen rust en activiteit. Het lichaam heeft rust nodig om de kapsels en banden te laten herstellen, maar activiteit om spierzwakte te voorkomen en te herstellen.
De ziekte van Perthes
Pathofysiologie
De ziekte van Perthes is een heupaandoening die voorkomt bij kinderen van 3 tot 11 jaar. Als gevolg van een tijdelijke verstoring of onderbreking van de bloedtoevoer naar het bovenste deel van het dijbeen sterft de kop van de heup af. Het gewrichtskraakbeen van de kop blijft wel aanwezig, omdat deze niet gevoed wordt door de bloedtoevoer van het bot zelf maar door het gewrichtsvocht (synoviale vloeistof). Anders dan bij volwassenen wordt het aangedane bot dankzij een natuurlijk reparatieproces vervangen voor nieuw bot. Het hele proces kan 1 tot 5 jaar in beslag nemen.
Symptomen
Symptomen bij de ziekte van Perthes zijn:
– Pijn in de heupregio of knie
– Mank lopen
– Het niet willen staan of lopen
– Bewegingsbeperking bij het zijwaarts heffen van het bovenbeen en bij draaibewegingen (rotaties).
– Soms lijkt het aangedane been korter
Oorzaak
De oorzaak is een tijdelijke verstoring of onderbreking van de bloedtoevoer naar het bovenste deel van het dijbeen. Waardoor deze onderbreking of verstoring ontstaat is onbekend.
Behandeling
Voor er een behandeling gestart kan worden zal er eerst een juiste diagnose gesteld moeten worden. Dit wordt gedaan aan de hand van echografie, röntgenfoto’s, MRI of botscan. Blijkt hieruit dat er sprake is van de ziekte van Perthes dan zal de behandeling zich richten op het opheffen van de pijn, het vergroten van de bewegelijkheid van de heup en het ervoor zorgen dat de kop van de heup beter kan groeien. Deze behandelingen zullen uitgevoerd worden in het ziekenhuis en in sommige gevallen in samenwerking met een fysiotherapeut.
Wat kunt u zelf doen
Vermoed u dat er sprake is van de ziekte van perthes, neem dan contact met uw huisarts op. Zorg verder dat uw kind de heup niet te veel belast. Dit vermindert namelijk het snelst de irritatie in het heupgewricht.
Knie artrose
Pathofysiologie
Artrose is een aandoening waarbij het kraakbeen in kwaliteit achteruitgaat. Het kraakbeen wordt dunner en zachter en kan zelf helemaal verdwijnen, waardoor er bot op botcontact ontstaat in het gewricht. Het heupgewricht bestaat uit kop (uiteinde van het bovenbeen) en een kom (van het bekken. Tussen deze twee botten zit een klein laagje kraakbeen die zorgt voor schok dempende werking en voor een optimale glijbaarheid van de afzonderlijke botten. Bij artrose van het heupgewricht is dit laagje kraakbeen aangedaan, waardoor het gewricht minder soepel beweegt en minder goed de schokken opvangt.
Het is een veelvoorkomend probleem en wordt vooral gezien bij mensen boven de 60 jaar. Binnen de artrose kennen we 5 gradaties van mate van artrose:
Graad 1: Het kraakbeen is zacht geworden en de verende eigenschappen zijn verminderd. Soms kan er sprake zijn van enige osteofyt vorming (botuitsteeksel) aan de randen van het gewricht. Deze graad is vaak niet waar te nemen op een röntgenfoto.
Graad 2: Er bevinden zich scheurtjes en onregelmatigheden in het oppervlak van het kraakbeen. De schade is vaak oppervlakkig en reikt niet tot aan het bot. Het kraakbeen is ook nog niet dunner geworden.
Graad 3: De scheuren zijn in deze fase diepe groeven of gaten geworden die dieper naar het bot gaan, maar vaak nog niet tot het bot komen. Op een röntgenfoto kan in deze fase een versmalde gewrichtsspleet worden waargenomen.
Graad 4: Het kraakbeen is beschadigd en (bijna) geheel verdwenen. Het onderliggende bot licht bloot. De gewrichtsspleet is versmald en soms bijna helemaal verdwenen.
Symptomen
Het klachtenpatroon van heupartrose kan verschillen per persoon. Wel zijn er een aantal klachten die veelvuldig voorkomen.
– Pijn in de liesstreek, Het heupgewricht zit meestal ter hoogte van de lies. Vaak ontstaan de klachten geleidelijk, maar ze kunnen ook plotseling opkomen.
– Start- of ochtendstijfheid, het gevoel op gang te moeten komen na, meestal verdwijnt een groot deel van de stijfheid na even bewegen.
– Krakend gevoel en geluid in de heup. Dit komt doordat het gewrichtsoppervlak niet geheel glad meer is. Door de oneffenheid kan een krakend geluid of gevoel worden ervaren.
– Gevoel van instabiliteit
– Vermindering van bewegelijkheid van de heup, bijvoorbeeld moeite hebben met opstaan uit de stoel.
Oorzaak
Meestal ontstaat artrose geleidelijk als gevolg van ouderdom en slijtage. Met de jaren verminderd de kwaliteit van het kraakbeen en treed er slijtage op. Dit is een natuurlijk verschijnsel. Vrijwel iedereen boven de 75 heeft artrose in één of meerdere gewrichten. Wel kunnen er factoren meespelen die het proces van heupartrose versnellen. Zo kan de stand van de benen (een o- of x- stand), onstabiliteit als gevolg van spierzwakte of slapheid van gewrichtsbanden, aanleg of een trauma zorgen voor het eerder of sneller ontstaan van heupartrose. Ook onderliggende aandoeningen waarbij ontstekingen ontstaan in het gewricht zoals reuma kan voor slijtage zorgen.
Behandeling
Als er eenmaal artrose in een gewricht zit is dit proces niet meer terug te draaien. Artrose is dus niet te genezen. Wel zijn er mogelijkheden om de klachten te verlichten en het kraakbeen zo gezond mogelijk te houden. Hierbij is gedoseerd bewegen belangrijk. Rust, en stil gaan zitten helpt niet, en zorgt vaak alleen maar voor meer gevoel van pijn en stijfheid. Gedoseerd bewegen binnen de pijngrens helpt om het kraakbeen van voedingsstoffen te voorzien. Eventueel kan in samenwerking met de fysiotherapeut naar een oefenprogramma gekeken worden, waarbij er ook gekeken wordt naar spierversterkende oefeningen om de belasting op het heupgewricht te verminderen.
Podotherapeutische behandeling kan bestaan uit het veranderen van de stand van de benen, om op deze manier de druk op de versleten gedeeltes te verminderen, en daardoor het lopen en bewegen te vergemakkelijken.
Wanneer conservatieve behandelingen geen verbeteringen geven. Kan in overleg met een orthopedisch chirurg ervoor gekozen worden om de heup te vervangen voor een kunstheup.
Wat kun je zelf doen
Probeer te blijven bewegen, maar wel binnen de pijngrens van de heup. Vervang belastende bewegingen zoals lopen voor minder belastende bewegingen zoals fietsen. Probeer ook buigbelasting zoals door de knieën gaan te vermijden.
Piriformis syndroom
Pathofysiologie
De m. piriformis is een dieper gelegen spier in de bilregio. Langs deze spier loopt een grote heupzenuw de nervus Ischiadicus. Hoe de zenuw loopt ten opzichte van de bilspier verschilt per persoon. In de meeste gevallen (85%) loopt de zenuw onder de spier door. In 15% van de gevallen loopt de zenuw door de spier heen, en in zeldzame gevallen (0.5%) loopt de zenuw gedeeltelijk over de spier heen. Bij het piriformis syndroom irriteert de bilspier de heupzenuw, waarbij er klachten ontstaan in de bilregio met in sommige gevallen uitstralende pijn in de benen.
Symptomen
Klachten die passen bij het piriformis syndroom zijn pijn in de bilstreek die verergeren bij zitten. Diepe druk in de bil geef pijnklachten. Klachten kunnen toenemen bij fietsen of bij hardlopen en soms straalt de pijn uit naar het been. Normaal gesproken is er geen rugpijn.
Oorzaken
De klachten worden veroorzaakt doordat de bilspier de heupzenuw irriteert. Er wordt verondersteld dat dit komt doordat de piriformis verkort is, gezwollen is of een verhoogde spierspanning heeft. De klachten ontstaan vaak als gevolg van een ongeluk of val op de bil, of als gevolg van een anatomische afwijking.
Behandeling
In veel gevallen zal de behandeling van het piriformis syndroom vooral bestaan uit oefentherapie en het eventueel verminderen van aanwezige spierspanning in de bilspieren. Deze behandelingen zullen plaatsvinden bij een fysiotherapeut of oefentherapeut. Wanneer er sprake is van een afwijkende voet- en beenstatiek, afwijkend looppatroon of een beenlengteverschil, dan kan een podotherapeut onderzoeken of de klachten hiermee in verband staan. Als dit het geval is kunnen podotherapeutische zolen of adviezen helpen de klachten te verminderen.
Wat kunt u zelf doen
Het beste is om bij klachten advies te vragen bij een specialist, zodat u de juiste adviezen krijgt die bij uw situatie en klachten passen.
SI klachten/ SI syndroom
Pathofysiologie
Het SI gewricht (sacro-iliacale gewricht) is het gewricht tussen het heiligbeen (sacrum) en een bekkenhelft (ilium). Het wordt ook wel het heiligbeengewricht genoemd. De bewegelijkheid tussen de gewrichten is gering, maar wel iets aanwezig.
Symptomen
Klachten die wijzen op SI-klachten zijn: Pijn in de onderrug en bilregio, pijn die uitstraalt over het bovenbeen, soms zelfs tot in de voet en directe druk op de SI-gewrichten kunnen klachten provoceren. De klachten kunnen zowel aanwezig zijn bij staan, lopen als bij het zitten. Buigen en draaibewegingen kunnen de klachten ook opwekken.
Oorzaak
Waarschijnlijk ontstaan de klachten aan de SI-gewrichten als gevolg van een gewrichtsblokkade, een verhoogde bewegelijkheid en/of letsel aan de gewrichtsbanden. Een val op de bil(en) is een veel voorkomende oorzaak van het ontstaan van SI-klachten. Ook een misstap of ongeluk kan klachten veroorzaken. Daarnaast is een infectie, maligniteit, zwangerschap en herhaaldelijke belaste bewegingen in het SI-gewricht oorzaak van het ontstaan van SI-pijn. In sommige gevallen is er een duidelijk aanwijsbare oorzaak voor de klachten, maar soms ontstaan de klachten ook spontaan.
Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de oorzaak van de klachten. Is er spraken van een blokkade dan kan een manueel therapeut deze opheffen. Is er sprake van te grote bewegelijkheid dan kunnen stabiliserende oefeningen helpen om de klachten te verminderen. Is er sprake van een afwijkende bekkenstand door een verkeerde voetstand, dan kunnen podotherapeutische zolen mogelijk helpen de bekkenstand te verbeteren en zo klachten verminderen en recidief helpen voorkomen.
Wat kunt u zelf doen
Dit is niet ingevuld!
Snapping hip
Pathofysiologie
Een snapping hip is een knappend gevoel aan de zijkant of voorkant van de heup. Met de hand kan ook het verspringen van een pees gevoeld worden. Het is vaak een vreemd en soms beangstigend gevoel, maar is in de meeste gevallen pijnvrij. Het is een klacht die veel voorkomt vooral in de groei.
Symptomen
Bij een snapping hip wordt een knappend of knakkend gevoel ervaren in de heup. Met de hand kan som ook het verspringen van de pees gevoeld worden. Meestal is het pijnvrij, maar in sommige gevallen kan het pijnklachten veroorzaken.
Oorzaken
Het probleem van het knakken kan binnen of buiten het heupgewricht liggen. Als de oorzaak buiten het heupgewricht (extra-articulair) ligt, dan is de oorzaak het verspringen van een pees als gevolg van het bewegen van de heup. Dit zien we vaak gebeuren in de groei, doordat door de toegenomen lengte van het bot de pezen en spieren tijdelijk meer op spanning komen te staan. Wanneer de pees of een slijmbeurs waar de pees overheen beweegt geïrriteerd raakt, dan kan het verspringen pijnlijk zijn. De klachten kunnen ook vanuit het gewricht zelf ontstaan, bijvoorbeeld als gevolg van artrose waardoor het gewricht oppervlak niet meer glad is.
Behandeling
In veel gevallen is een snapping hip niet pijnlijk en verdwijnt vanzelf weer als de pezen en spieren weer op rek zijn. In die gevallen hoef je ook niets te doen. Zijn de klachten heel plotseling ontstaan, zijn ze pijnlijk of zijn ze voorafgegaan door een ongeluk, dan is het altijd verstandig om contact op te nemen met een specialist. Het is in die gevallen belangrijk de oorzaak te achterhalen.
Is er sprake van een snapping hip in de groei, dan kunnen er rekoefeningen gegeven worden om de pezen en spieren op lengte te brengen. Daarnaast zullen er adviezen gegeven worden om de eventuele geïrriteerde structuren tot rust te laten komen.
Wat kunt u zelf doen
Belangrijk is om nooit het knakken zelf onnodig op te wekken. Is er sprake van pijnklachten als gevolg van irritatie van de omliggende structuren probeer dan activiteiten waarbij de klachten ontstaan of verergeren te vermijden.
Aspecifieke lage rugklachten
Pathofysiologie
aspecifieke rugklachten zijn rugklachten waarvoor tot op heden nog geen specifieke oorzaak voor de klachten is aan te tonen. Deze vorm van lage rugpijn is de meest voorkomende vorm van lage rugklachten. De klachten kunnen van korte duur zijn maar kunnen ook chronisch van aard zijn.
Symptomen
De symptomen van aspecifieke rugklachten kunnen sterk verschillen per persoon. De pijn in de onderrug staat echter voorop. Soms kan de pijn uitstralen naar de bilregio of naar de bovenbenen. De pijn kan verergeren bij bepaalde activiteiten, bepaalde bewegingen of een bepaalde houding. De pijn kan continu aanwezig zijn of in episodes verlopen.
Oorzaken
Klachten worden vaak uitgelokt door bepaalde activiteiten zoals tillen of het werken in een verkeerde werkhouding. Waardoor de klachten ontstaan kan bij aspecifieke rugklachten niet gevonden worden. Er wordt vermoed dat veroudering, slijtage of letsel aan de tussenwervelschijven een belangrijke rol spelen. Maar ook letsel aan de banden, spieren en (facet)gewrichten van de wervelkolom zouden een rol kunnen spelen.
Behandeling
Behandeling bestaat uit het verminderen van de klachten. Belangrijk is om vooral in beweging te blijven. Ook kan onder begeleiding van een fysiotherapeut of oefentherapeut gewerkt worden aan de mobiliteit en het versterken van de spieren.
Daarnaast kan de voetstand en bekkenstand ook een belangrijke rol spelen. Is er sprake van een afwijkende voet of beenstand of is er sprake van een beenlengteverschil dan kunnen podotherapeutische behandeling helpen om dit op te lossen. Ook kan er een schoenadvies gegeven worden om een zo stabiel mogelijke basis te creëren en zo het bekken en de rug zoveel mogelijk te ontlasten.
Wat kunt u zelf doen
Het belangrijkste is om ondanks de klachten wel in beweging te blijven. Zorg er verder voor dat de spieren van uw rug, buik en bekken sterk genoeg zijn. Dit kan door zelf thuis oefeningen te doen, maar dit kun je ook onder begeleiding bij een fysiotherapeut of oefentherapeut uitvoeren.
Beenlengteverschil/ Bekkenscheefstand
Pathofysiologie
Bij een beenlengteverschil is het ene been korter als het andere been. Hierdoor kan het bekken scheef gaan staan. Er ontstaat een onevenredige belasting in het lichaam dat voor verschillende klachten kan zorgen aan de voet, knie, heup of rug. Veel mensen hebben in meer of mindere mate een beenlengteverschil zonder dat ze klachten hebben. Maar enkele millimeters verschil kunnen uiteindelijk wel klachten opleveren.
We kennen twee soorten beenlengteverschillen. Het absolute beenlengteverschil en het schijnbare beenlengteverschil. Voor de diagnose en behandeling van de klachten is het van belang onderscheid tussen deze twee te maken.
Absolute beenlengteverschil: Hierbij is sprake van een daadwerkelijk lengteverschil in de botten van het onder of bovenbeen. Het verschil kan ontstaan in de groei, als gevolg van een groeistoornis in het onder of bovenbeen, of ontstaan door een botbreuk of heup of knieoperatie.
Schijnbaar beenlengteverschil: Hierbij is er geen sprake van een daadwerkelijk lengteverschil in de botten van het onder of bovenbeen. De bekkenrand staat in dit geval scheef als gevolg van een bekkenverwringing of bekkenrotatie. Dit komt meestal door een blokkade in de onderrug of SI- gewrichten. Ook kan het zijn dat de ene voet meer naar binnen of naar buiten zakt waardoor het been korter of langer lijkt, maar in werkelijkheid bij gelijke stand van de voeten even lang zijn.
Symptomen
Als gevolg van een beenlengteverschil gaat het lichaam compenseren. Hierdoor kan het zijn dat de knie van het langere been meer gebogen wordt, dat de voet wat meer naar binnen of buiten gaan kantelen om het been korter of langer te maken. Vaak wordt deze houding onbewust aangenomen en merkt u hier zelf niets van. Deze compensatie kan echter wel klachten geven. Er kunnen vermoeidheid of overbelasting klachten ontstaan in de voeten, benen, heupen of rug. Vaak zien we klachten ontstaan aan een zijde van het lichaam, bijvoorbeeld aan een kant van de rug, of aan de buitenkant van het bovenbeen of heupgewricht.
Oorzaak
De oorzaak van het ontstaan van een beenlengteverschil wordt hierboven al even benoemd. Als er sprake is van een absoluut beenlengteverschil kan dit komen door een verstoorde groei van een van de botten, of als gevolg van een breuk of operatie. Als er sprake is van een schijnbaar beenlengteverschil kan er sprake zijn van een val of ongeluk, verkeerde beweging of langdurig verkeerde zit of sta houding waardoor er een verwringing of rotatie van het bekken is ontstaan.
Pijnklachten ontstaan meestal als gevolg van een te grote belasting op bepaalde spieren, pezen of gewrichten als gevolg van de scheve belasting.
Behandeling
Tijdens het onderzoek wordt bepaalt of er sprake is van een schijnbaar of absoluut beenlengteverschil. Is er sprake van een absoluut beenlengteverschil dan kan het verschil in lengte vaak eenvoudig gecompenseerd worden met een hakverhoging of podotherapeutische zool waardoor het bekken weer recht komt te staan. Is er sprake van een schijnbaar beenlengteverschil dan is het belangrijk te achterhalen of deze ontstaat door een afwijkende voet en/of beenstand, of dat er sprake is van een blokkade, een verwringing of verminderde bewegelijkheid in het bekken. Is er sprake van een afwijkende stand, dan kunnen podotherapeutische zolen helpen om de scheefstand op te heffen. Is er sprake van een blokkade, verwringing of verminderde bewegelijkheid dan kan een manueel therapeut of chiropractor u mogelijk helpen met het behandelen hiervan.
Wat kunt u zelf doen
Is er sprake van een absoluut beenlengteverschil, dan is er niet veel wat u zelf kan doen. Ervaart u klachten dan is het verstandig eens te laten kijken hoeveel het verschil in lengte is. Verder is het van belang goed op uw houding te letten als u staat, zit of gaat slapen. Ongelijke belasting kan zorgen voor het ontstaan van een schijnbaar beenlengteverschil.
Ischias
Pathofysiologie
Ischias betekend letterlijk bij aan de nervus ischiadicus. Dit is de grote beenzenuw die vanuit de rug, door de bil en het been tot aan de voet loopt. Het is de langste zenuw die we in ons lichaam hebben zitten. Bij en ischias is deze zenuw geïrriteerd of ontstoken waardoor deze klachten veroorzaakt.
Symptomen
Ischias geeft vaak herkenbare pijnscheuten vanuit de onderrug door het been. De pijn kan variëren van stekende pijn tot een continu zeurende pijn. Ook kunnen er neurologische klachten zoals een dof gevoel, verminderd gevoel, tintelingen of spierzwakte ontstaan.
Oorzaak
Ischias ontstaat wanneer de zenuwwortel ontstoken raakt of wanneer er te veel druk op de zenuw staat. Ook kan er als gevolg van een stenose of standsafwijking van de onderrug een beknelling van de zenuw ontstaan.
Behandeling
Is er sprake van een afwijking zoals een stenose, hernia of spondylolisthesis (vervelverschuiving) Dan zal de behandeling gericht zijn op het behandelen van deze onderliggende oorzaken. Is er sprake van een ischias zonder diepere oorzaak dan verloopt het herstel vaak natuurlijk binnen zes weken.
Wat kunt u zelf doen
Blijf bewegen binnen de pijngrens van het lichaam. Zijn de klachten erg heftig of zit er geen verbetering in neem dan contact op met een arts.
Specifieke lage rugklachten
Pathofysiologie
Specifieke lage rugklachten is een verzamelnaam voor verschillende aandoeningen aan de lage rug waarbij de achterliggende oorzaak bekend is in tegenstelling tot aspecifieke rugklachten waarbij geen oorzaak te achterhalen. De meeste mensen met rugklachten (90%) heeft aspecifieke rugklachten. Maar bij ongeveer 10% van de mensen is de oorzaak bekend. Specifieke rugklachten kunnen soms tot ernstige klachten leiden. De bekendste vorm van specifieke lage rugpijn is de hernia.
Symptomen
Afhankelijk van de oorzaak van de lage rugklachten, worden specifieke rugklachten over het algemeen gekenmerkt door één of meer van de volgende verschijnselen:
– Eerste periode van lage rugpijn die optreedt voor het 20ste of na het 55ste levensjaar.
– Constante pijn die steeds erger wordt.
– Rugpijn ontstaan na een ongeluk of val
– Kanker in de voorgeschiedenis
– Langdurig gebruik van onstekingsremmers
– Laag lichaamsgewicht, hoge leeftijd
– Sterke langdurige immobilisatie.
– Algeheel vermoeid gevoel, gevoel van ziekte of koorts
– Uitstralende pijn en/of prikkelingen, tintelingen of een brandend gevoel in het been, zelfs mogelijk tot aan de voet.
– Krachtsverlies of gevoelsverlies.
– Problemen met plassen of incontinentie
– Tekenen van infecties
Oorzaak
Specifieke lage rugklachten is een verzamelnaam voor klachten aan de onderrug waarvoor er tijdens onderzoek een duidelijke oorzaak gevonden kan worden. Een aantal van die oorzaken zijn:
– Hernia (druk op de wervelkolom zenuwen als gevolg van het stukgaan van de tussenwervelschijven)
– Gebroken wervel, of wervelinzakking door osteoporose
– Uitzaaiing van een kwaadaardig gezwel of tumor in de rug
– Spondylolisthesis (een verschoven wervel)
– Ziekte van Bechterew (chronische reumatische gewrichtsontsteking in de wervelkolom)
– Slijtage van de rugwervels
– Stenose (vernauwing in het wervelkanaal, waardoor zenuwwortel knel komt te zitten)
Behandeling
De behandeling van specifieke lage rugklachten is afhankelijk van de oorzaak van de klachten. In ernstige gevallen kan er zelfs voor gekozen worden tot een operatie.
In sommige gevallen kunnen podotherapeutische zolen helpen om een stabiele basis te creëren vanuit de voeten en zo klachten in de rug te verminderen.
Wat kunt u zelf doen
Rust roest zeggen ze. Probeer daarom ook zoveel mogelijk binnen de pijngrenzen in beweging te blijven.
Eeltvorming
Pathofysiologie
Eelt is een natuurlijke reactie van het lichaam om de huid te beschermen tegen verhoogde druk en/of wrijving. Eeltvorming komt vooral voor op de handpalmen en voetzolen. Aan de handen komt het vooral voor bij mensen die hun beroep veel met hun handen werken. Aan de voeten heeft vrijwel iedereen enige mate van eeltvorming. Vooral mensen die veel op blote voeten lopen en sporters. Ook een afwijkende voetstand of slecht passend schoeisel kan aanleiding zijn tot overmatig druk en daarbij horende vorming van eelt. In een gewone situatie hoeft eelt dus geen probleem te zijn, maar soms wordt de eeltlaag te dik en veroorzaakt pijn. Ook bij mensen met een gevoelsstoornis in de voeten (neuropathie) kan eeltvorming tot grote problemen lijden. Men voelt niet dat het eeltvorming te dik wordt, waardoor er een kans bestaat dat onder het eelt wonden ontstaan.
Symptomen
Eeltvorming manifesteert zich als gladde, gelige plakkaten op de drukpunten van de voet. Het kan een zeurende, branderig gevoel geven. Soms ontstaan er kloven in het eelt. Vooral bij mensen met een gevoelsstoornis kan onder het eelt ook bloedingen en wonden ontstaan. In dat geval zal in het eelt een donkere plek waarneembaar zijn.
Oorzaak
Zoals hierboven al genoemd ontstaat eelt als gevolg van overdruk en/of wrijving. Dit kan komen van een afwijkende voetstand, afwijkende stand van de tenen (klauw- of hamerstand) of het dragen van verkeerd schoeisel.
Als je te lang doorloopt met eelt onder de voeten en je ervaart geen pijn als gevolg van een gevoelsstoornis, kan zoals eerder benoemt een wond onder het eelt ontstaan. Dit komt omdat de huid onder het eelt zacht is, terwijl het eelt een harde laag is. De wrijving op de huid zorgt er dan voor dat de huid onder het eelt stuk gaat en er vervolgens een wond (ulcus) ontstaat.
Behandeling
Eeltvorming kan behandeld worden door een pedicure of podotherapeut, waarbij de eeltvorming zal worden weggesneden. Dit zal (voorlopig) periodiek (meestal om de 6-8 weken) moeten gebeuren. Ga nooit zelf knippen of snijden omdat dit kan zorgen voor wondjes en ontstekingen.
Naast het laten verwijderen van het eelt is het belangrijk om de oorzaak van het ontstaan van de het overmatige eeltvorming aan te pakken, want anders zal het eelt steeds terug blijven komen. De druk zal er af gehaald moeten worden, door de voet- en/of teenstand aan te pakken middels een zool en/of een teenorthese, in combinatie met goed passend schoeisel.
Wat kun u zelf doen om de klachten te verlichten en voorkomen.
Ga nooit zelf aan het eelt snijden of knippen. Laat altijd het eelt verwijderen bij een specialist zoals een pedicure of podotherapeut. Wel kunt u de voeten insmeren met een voeten crème met ureum om de huid zachter en soepeler te houden.
Fenomeen van Raynaud
Pathofysiologie
Het fenomeen van Raynaud wordt gekenmerkt door aanvalsgewijs optreden van witte verkleuring van een of meer vingers en/of tenen, na een aantal minuten wordt dit gevolgd door het blauwverkleuring als gevolg van gebrek aan zuurstof in het bloed (cyanose) en vervolgens treedt er roodheid van de vingers of tenen op. Het fenomeen kent twee vormen. De primaire vorm (ook wel ziekte van Raynaud genoemd) komt vooral voor bij jonge vrouwen, is onschuldig en zeker niet zeldzaam. De verkleuring treedt meestal symmetrisch aan beide handen op. De aanvallen kunnen mild zijn en af en toe optreden, maar ook vele malen per dag. In 80% van de gevallen verdwijnen de symptomen na langere tijd weer, maar bij ongeveer 20% is het beloop progressief en kan het leiden tot ernstige beperkingen. De tweede vorm is de secundaire. Deze komt minder vaak voor. Aan deze vorm ligt een aantoonbare oorzaak ten grondslag. De verschijnselen zijn meestal ernstiger en pijnlijker en er kunnen ook huid en nagelveranderingen optreden.
Symptomen
Het fenomeen van Raynaud wordt gekenmerkt door de manier van verkleuring van de handen of de voeten. De klachten treden meestal aanvalsgewijs op waarbij de vingers of tenen eerst volledig wit verkleuren, vervolgens blauw en daarna rood.
Oorzaken
De oorzaak van de primaire vorm is onbekend. Bij de secundaire vorm licht er altijd een onderliggende aandoening aan ten grondslag. Aanvallen van het fenomeen kunnen worden uitgelokt door kou of emotionele prikkels. Ook roken kan het fenomeen van Raynaud uitlokken.
Behandeling
Er is geen behandeling om van de klachten van het fenomeen van Raynaud af te komen. Wel kan er bij ernstige klachten in sommige gevallen door de huisarts medicijnen worden voorgeschreven om de klachten te verminderen.
Wat kunt u zelf doen?
In veel gevallen zijn er bepaalde factoren die de symptomen uitlokken. Probeer er daarom achter te komen welke factoren bij u mogelijk van invloed zijn en probeer die zoveel mogelijk te vermijden.
Probeer verder handen, voeten en het rest van het lichaam goed warm te houden, ook als het niet zo koud is buiten. Kijk eventueel of het mogelijk is om verwarmbare of voorverwarmde handschoenen te gebruiken zodat de handen goed warm blijven. Ook is het belangrijk om te stoppen met roken als u dit doet.
Ganglion
Pathofysiologie
Een ganglion is een omkapselde holte, gevuld met een geleiachtige vloeistof. Het is een zachte zwelling die onderhuids voelbaar en zichtbaar is. Hij kan wisselend van grootte zijn en is meestal bewegelijk. Een ganglion ontstaat vanuit een gewrichtskapsel of een peesschede. Het komt het meest voor op de handen, de voeten en de enkels. Het is een onschuldige afwijking die op zichzelf geen klachten geeft.
Symptomen
Een ganglion is voelbaar of zichtbaar als zachte zwelling onder de huid. De zwelling op zich is onschuldig en geeft geen klachten. Wel kan de zwelling op aangrenzende pezen of zenuwen drukken waardoor er pijnklachten of krachtsverlies kan optreden.
Oorzaak
Waarom een ganglion ontstaat is vaak onduidelijk. Soms kan het ontstaan door artrose, of als gevolg van beschadiging van bindweefsel rond desbetreffend gewricht.
Behandeling
Wanneer er geen klachten zijn is het behandelen van een ganglion niet nodig. Het is mogelijk om een ganglion leeg te laten zuigen of chirurgisch te laten verwijderen. Echter komt een ganglion in veel gevallen weer terug na de behandeling. Een ganglion kan zonder behandeling uiteindelijk uit zichzelf verdwijnen. Geeft de ganglion klachten doordat er tijdens lopen of dragen van schoenen druk op komt dan kan mogelijk een podotherapeutische zool of schoenadvies helpen om de klachten te verlichten.
Wat kunt u zelf doen?
Een ganglion kan geen kwaad. Heeft u geen klachten dan hoeft u verder niks te doen. Ervaart u wel klachten neem dan contact met ons op.
Kloven
Pathofysiologie
Een kloof is een inscheuring van de huid, die oppervlakkig of diep kan zijn. Kloven worden vaak gezien onder de voetzolen en ontstaan in een droge huid. Dit kan in hard overmatig eelt ontstaan maar ook in erg droge huid zonder overmatig eelt.
Symptomen
Een kloof is een barst of scheur in de huid. Als deze diep zijn vormen ze een soort wondje en kunnen ze erg pijnlijk zijn.
Oorzaak
Kloven ontstaan meestal op plaatsen waar veel druk of wrijving is. Een afwijkende voetstand of overgewicht kan hier een rol in spelen. Daarnaast is er vaak sprake van een extreem droge huid eventueel in combinatie van overmatig eelt. Kloven worden vaak gezien bij mensen die op blote voeten, slippers of open schoenen lopen. We zien het dus vaker voorkomen in de zomer, maar ook in de winter kunnen kloven ontstaan.
Behandeling
Indien de kloven ontstaan op plekken waar veel eeltvorming is, dan is het verstandig de eeltvorming te laten verwijderen door een pedicure. Is de voetstand de oorzaak van het ontstaan van kloven en eelt op een bepaalde plek dan kunnen podotherapeutische steunzolen helpen om de druk en wrijving op die plek te verminderen en zo de vorming van kloven tegen te gaan. Verder is het erg belangrijk om de voeten goed te verzorgen zodat ze niet te droog worden.
Wat kunt u zelf doen?
Was de voeten niet te lang en met niet te heet water, dit kan de voeten namelijk uitdrogen. Het beste kunt u de voeten wassen zonder zeep of met een pH-neutrale zeep. Smeer daarnaast uw voeten regelmatig in met een voeten crème met ureum om de voeten soepel te houden en droogheid tegen te gaan.
Likdoorn
Pathofysiologie
Eelt is een natuurlijke reactie van het lichaam om de huid te beschermen tegen verhoogde druk en/of wrijving. In een gewone situatie hoeft eelt dus geen probleem te zijn, maar soms wordt de eeltlaag te dik en veroorzaakt pijn. Eelt kan ook naar binnen gaan groeien. Dan ontstaat er een likdoorn (clavus). Een likdoorn wordt in de volksmond ook wel eksteroog of eeltpit genoemd.
Symptomen
Een likdoorn geeft een branden en som zelfs stekende pijn. Soms worden likdoorns en wratten door elkaar gehaald. Het belangrijkste verschil is dat een likdoorn gevoeligs is wanneer je op de plek zelf druk en een wrat juist pijnlijk is bij druk vanaf de zijkant.
We onderscheiden verschillende soorten likdoorns te weten:
- Gewone likdoorn: pijnlijke verhoorning van de opperhuid door druk en/of wrijving.
- Weke likdoorn: zit tussen de tenen en is zeer pijnlijk omdat er constant druk en wrijving op staat.
- Vasculaire likdoorn: is pijnlijk doordat er bloedvaatjes mee zijn “gegroeid”.
- Neurovasculairelikdoorn: hetzelfde als de vasculaire likdoorn, alleen zijn er ook zenuwuiteinden in mee “gegroeid”.
- Zaadlikdoorn: ontstaat zomaar, zonder druk en/of wrijving en lijkt op een klein graankorreltje. Deze is niet pijnlijk. Het komt vaak voor bij mensen met een droge, slecht doorbloede huid.
Oorzaak
Zoals hierboven al genoemd ontstaan likdoorns als gevolg van overdruk en/of wrijving. Dit kan komen van een afwijkende voetstand, afwijkende stand van de tenen (klauw- of hamerstand) of het dragen van verkeerd schoeisel. Ook als de tenenstand niet afwijkend is, maar de voet wordt in een schoen met onvoldoende 3-dimensionale teenruimte gestopt, dan zal dat toch klachten kunnen geven.
Behandeling
Likdoorns kunnen behandeld worden door een pedicure of podotherapeut, waarbij de likdoorn zal worden weggesneden of eventueel weg gefreesd met natfraistechniek. Dit zal (voorlopig) periodiek (meestal om de 6-8 weken) moeten gebeuren. Het zelf behandelen door gebruik van likdoornpleister raden we sterk af. In deze pleisters zitten weekmakers die meestal niet de kern van de likdoorn verwijderd en ook de huid rondom de likdoorn kwetsbaar maakt, waardoor er makkelijker wondjes en ontstekingen kunnen ontstaan. Is er sprake van een vasculaire of een neurovasculaire likdoorn dan is deze vaak moeilijker te verwijderen. In de meeste gevallen zal deze worden behandeld met een chemische pakking.
Naast het laten verwijderen van de likdoorn is het belangrijk om de oorzaak van het ontstaan van de likdoorns aan te pakken, want anders zal de likdoorn steeds terug blijven komen. De druk zal er af gehaald moeten worden, door de voet- en/of teenstand aan te pakken middels een zool en/of een teenorthese, in combinatie met goed passend schoeisel.
Wat kunt u zelf doen?
Om de kans op likdoorns zo klein mogelijk te maken is het belangrijk om goed passend schoeisel te dragen. Zorg bij het kopen van schoenen daarom niet alleen voor de juiste lengte- en breedtemaat (laat dit ook regelmatig opnieuw opmeten in de schoenenwinkel), maar ook voor voldoende diepte in de schoen. Heeft u al last van een likdoorn ga deze dan nooit zelf behandelen maar neem contact op met een pedicure of podotherapeut om deze te laten verwijderen.
Perniosis / wintertenen
Pathofysiologie
Perniosis of beter bekend onder de benaming wintertenen/ wintervoeten is een abnormale reactie van de bloedvaten op een lage omgevingstemperatuur boven het vriespunt. Normaal zullen de bloedvaten door kou tijdelijk samentrekken (vasoconstrictie) en daarna weer ontspannen, maar bij wintertenen blijven de kleine slagaderen in de huid samengetrokken. De aandoening kan op elke leeftijd voorkomen en wordt iets vaker bij vrouwen als bij mannen gezien. Vooral mensen die in de koude buitenlucht of in koude ruimtes werken kunnen er meer last van hebben. De aandoening kan in de herfst of vroege winter beginnen en kan in ernstige gevallen tot ver in het voorjaar of zelfs in de zomermaanden aanhouden. Vooral constante blootstelling aan lage temperaturen (rond het vriespunt) in combinatie met hoge luchtvochtigheid en wind zijn van belang bij het ontstaan van de klachten.
Symptomen
Kenmerkend voor perniosis zijn acuut ontstane gevoelige, ontstoken rood of paarse zwellingen die jeuken en waarin soms blaren of zweren ontstaan. Ook kunnen de plekken branderig, gloeiend of tintelend aanvoelen. De individuele afwijkingen verdwijnen na enkele weken vanzelf. Ze bevinden zich voornamelijk op de tenen, vingers en de hielen, maar kunnen ook op andere plekken op de huid ontstaan. Perniosis is in de meeste gevallen een onschuldige kwaal, een heel enkele keer ligt er een (bloed)ziekte aan ten grondslag. Bij blaren en zweren moet wel opgepast worden voor een mogelijke bacteriële infectie, aangezien de huid dan beschadigd is.
Oorzaken
In de meeste gevallen is de oorzaak onbekend. In sommige gevallen lijkt erfelijke aanleg een rol te spelen. Mensen die overmatig zweten op de handen en de voeten kunnen meer last hebben van perniosis. Ook anorexia nervosa kan perniosis veroorzaken.
Factoren zoals te strakke schoenen/handschoenen en dunne sokken/kousen kunnen de klachten eerder uitlokken.
Behandeling
Een behandeling zal in de meeste gevallen bestaan uit het advies om warme kleding, handschoenen en schoenen te dragen en de temperatuur in huis aangenaam warm te houden. De huisarts kan zo nodig crèmes of tabletten met vaatverwijdende medicijnen voorschrijven (die overigens niet altijd helpen).
Wat kun je zelf doen.
De meest effectieve methode is om blootstelling aan de kou en met name aan een snelle temperatuurdaling te voorkomen. Lukt dit niet zorg er dan voor dat je jezelf zoveel mogelijk beschermt tegen de kou, draag warme kleding, muts, schoenen en handschoenen, houd de voeten warm en droog met sokken van katoen of wol en waterdichte niet knellende schoenen. Draag geen strakke kleding, zodat de bloedtoevoer naar de bennen niet belemmerd wordt. Smeer de voeten dagelijks in met olie of crème om kloven en droge huid te voorkomen, en masseer gelijk de voeten om de bloedcirculatie te stimuleren.
Schimmelinfectie van de huid.
Pathofysiologie
De medische naam voor een schimmelinfectie van de huid is dermatomycose (derma=huid en mycose=schimmel). Bij een schimmelinfectie van de voeten zijn drie verschijningsvormen te onderscheiden namelijk: een infectie tussen de tenen, infectie aan de voetzolen met roodheid en schilveringen en een plotseling opkomende ontsteking van de huid met blaasjes of blaren. Naar schatting heeft ongeveer 10% van de bevolking te maken met schimmel tussen de tenen. Het komt op alle leeftijden voor en wordt iets vaker gezien bij mannen dan bij vrouwen.
Symptomen
Een schimmelinfectie tussen de tenen wordt het vaakst gezien tussen de 4de en 5de teen en tussen de 3de en 4de teen. Er is een schilfering, witte verkleuring, vaak roodheid en soms kloofjes aanwezig. Jeuk branderigheid, pijn en een vieze geur zijn mogelijke symptomen.
Schimmelinfectie van de voetzolen wordt gekenmerkt door lichte roodheid en schilferingen. Later kunnen er ook kloven ontstaan. De uitslag zit meestal onder op de voet en ontstaat nogal eens vanuit een infectie tussen de tenen en is in het begin vaak eenzijdig aanwezig. Karakteristiek is de iets geaccentueerde schilferende randen met soms roodheid en kleine blaasjes, die in de loop van de tijd zich verder uitbreiden. In een later stadium kunnen ook de zijkant van de voet of de voetrug zijn aangedaan. Soms uit een schimmelinfectie aan de voet zich met een ontstekingsreactie. De huid is rood, gezwollen en er zijn blaasjes of blaren aanwezig. Dit type infectie is meestal maar op één plek en aan één voet zichtbaar en komt meestal in de zomer opzetten.
Oorzaak
Een schimmelinfectie tussen de tenen wordt ook wel eens zwemmerseczeem genoemd. Zwemmen kan inderdaad meespelen bij het ontstaan van deze klachten. De belangrijkste oorzaak van het ontstaan van schimmelinfecties tussen de tenen is vochtigheid. Dit verweekt de hoornlaag waardoor de schimmels makkelijk kunnen groeien. De schimmelinfectie van de voeten wordt meestal veroorzaakt door infectie met de schimmel Trichophyton rubrum en komt vaak voor in combinatie met een schimmelinfectie van de nagels. Vooral ouderen, mensen met suikerziekte en mensen met het syndroom van Down zijn gevoelig voor deze voetschimmel. De schimmelinfectie met blaasjes ontstaat als gevolg van een afweerreactie van het lichaam op de schimmel. Meestal wordt deze veroorzaakt door een infectie met de Trichophyton Mentagrophytes.
Behandeling
De behandeling van een schimmelinfectie tussen de tenen bestaat uit het goed drooghouden van de voeten en lokale behandeling met antischimmelmiddelen. Vraag hierbij de huisarts om advies welk middel het beste gebruikt kan worden. De behandeling van de schimmelinfectie van de voet kan bij een niet erg uitgebreide infectie plaatsvinden met lokale middelen tegen schimmel. Bij uitgebreidere infecties en wanneer ook de teennagels zijn aangedaan moet daarnaast ook behandeld worden met tabletten. De schimmelinfectie met ontstekingsreactie dient behandeld te worden met lokale en orale antischimmelmiddelen. Gebeurt dit niet dan zal de infectie in eerste instantie lijken te genezen, maar is de kans op recidief in de volgende zomer erg groot.
Wat kunt u zelf doen?
Vooral de schimmelinfectie tussen de tenen is meestal goed te voorkomen. Belangrijk hierbij is om na het douchen en zwemmen de voeten en tussen de tenen zo goed mogelijk droog te maken. Daarnaast is het belangrijk goed ventilerende schoenen te dragen zodat de infectie de minste kans krijgt. Draag daarnaast altijd slipper of schoenen in openbare ruimte. Hebt u toch een schimmelinfectie neem dan contact op met uw huisarts of podotherapeut voor (behandel)advies.
Schimmelnagel
Pathofysiologie
Een schimmelnagel is een schimmelinfectie van één of meerdere nagels van de voeten en/of handen. In de volksmond worden schimmelnagels ook wel kalknagels genoemd. Echter heeft deze aandoening niks met kalk te maken. De medische term voor schimmelnagels is onychomycose. Schimmelnagels is een probleem van alle tijden. Meestal zijn de nagels van de tenen aangedaan maar schimmel kan ook de nagels van de handen aantasten.
Symptomen
Een schimmelinfectie begint meestal in de huid onder het uitende van de nagel en is dan zichtbaar door een bijna nog normale nagel. Het is te zien als geelwitte strepen of vlekken onder de nagel. Vervolgens wordt ook de nagel aangetast en groeit verder de nagel in. De kleur van de nagel is eerst geelwit en kan later donkerbruin of zelfs zwart worden. De nagelplaat wordt dikker en kan gaan scheuren en de nagel kan zelfs los gaan laten. De infectie begint vaak aan één teen (meestal de grote teen) maar later worden meestal ook andere nagels aangetast.
Oorzaak
Schimmelinfecties ontstaan meestal in slecht groeiende nagels, vochtige nagels en beschadigde nagels. Onder die omstandigheden kunnen de “sporen” van de schimmel zich makkelijk verspreiden.
De sporen van schimmels houden zich overal in onze omgeving op, en we kunnen er dus makkelijk mee in contact komen. Met name gezamenlijke ruimtes zoals zwembaden, sporthallen en sauna’s zijn beruchte plekken om een schimmelinfectie op te lopen. Vooral als daarna door slecht afdrogen, niet ventilerende sokken en niet ventilerende schoenen een vochtig klimaat wordt gecreëerd is dat een bron voor het ontstaan van een schimmelinfectie.
Behandeling
Een schimmelnagel is lastig te behandelen. Behandeling is ook niet altijd nodig omdat het behalve dat het er ontsierend uitziet geen andere problemen geeft. Wil je toch van de schimmelnagel afkomen dan is de enige bewezen effectieve therapie behandelen met een kuur van tabletten. Deze kuur duurt minimaal 3 maanden en wordt alleen gegeven in overleg met de huisarts. Belangrijk is ook om de sporen van de schimmel die eventueel in sokken en schoenen achterblijven te behandelen met schimmeldodend middel (strooipoeder) en de sokken heet te wassen. Anders bestaat de kans dat u zich keer op keer opnieuw besmet en heeft behandeling geen zin.
Wat kunt u zelf doen?
Probeer de kans op besmetting zo klein mogelijk te maken. Zoals hierboven al eerder benoemt zijn openbare plekken berucht voor het oplopen van schimmelinfecties. Loop in deze ruimtes daarom nooit op blote voeten maar draag slippers of schoenen. Daarnaast gedijen schimmels goed in een vochtige omgeving. Droog daarom de voeten altijd goed af, ook de ruimte tussen de tenen, draag goed ventilerende schoenen en het liefst katoenen sokken.
Voetwratten
Pathofysiologie
Wratten zijn meestal verheven, bloemkoolachtige uitgroeisels van de huid met een ruw oppervlak. De medische benaming is verruca. Meestal zijn er meerdere wratten gelijktijdig aanwezig. Voorkeursplaatsen zijn de handen en voeten. Wratten komen veel voor, met name bij kinderen en jongvolwassenen.
Oorzaak
Wratten worden veroorzaakt door het humaan papillomavirus. Wrattenvirussen zijn besmettelijk en worden verspreid door huidcontact, vooral wanneer de huid beschadigd of verweekt is. De tijd die verloopt tussen een besmetting en het ontstaan van een wrat varieert van 2 tot 6 maanden, maar kan ook langer dan 1 jaar zijn.
Symptomen
Er zijn twee type wratten te onderscheiden, de mozaïekwrat (die zich oppervlakkig uitbreidt) en de doornwrat (die de diepte ingroeit) De meeste mensen ervaren het meeste klachten van de doornwrat omdat deze pijnklachten kan geven. Voetwratten zijn vaak hardnekkig en groeien diep in de huid doordat er tijdens het lopen continu druk op de voetzool wordt uitgeoefend. Dit type vind je ook alleen op de onderzijde van de voetzolen.
Naast dat een wrat pijnlijk kan zijn, vinden mensen ze er ook lelijk uitzien. Een voetwrat is vaak een bloemkoolachtige, ruwe structuur op of in de huid. Vaak kun je in de bloemkoolstructuur kleine zwarte puntjes zien. Die zwarte puntjes zijn kleine bloedvaatjes binnen in de wrat.
Behandeling
Behandeling van een wrat is niet altijd nodig. In veel gevallen (bij twee derde van de patiënten) verdwijnen wratten spontaan binnen 2 jaar. Behandelen is alleen nodig wanneer wratten hinderlijk of pijnlijk zijn of cosmetisch op een storende plek zitten.
Bij pijnlijke voetwratten kan een podotherapeut doormiddel van een zooltherapie, orthese of tijdelijke vilttherapie een drukontlasting toepassen. Daarnaast kan een podotherapeut of pedicure het laagje eelt wat over een voetwrat heen groeit verwijderen om andere therapieën bij huisarts of specialist efficiënter te maken. Deze behandelingen bij huisarts of specialist hebben allemaal als doel het vernietigen van de opperhuid, waarin de virusdeeltjes zich bevinden. Het is niet mogelijk om het humaan papillomavirus rechtstreeks te verwijderen.
Mogelijke behandelingen zijn:
- Aanstippen met vloeistof of zalven
- Bevriezing met vloeibare stikstof
- Aanstippen met monochloorazijnzuur, bichloorazijnzuur en trichloorazijnzuur.
- Uitlepelen en wegsnijden onder plaatselijke verdoving
- Wegbranden
- Vitamine a zuur bevattende crème
- Lasertherapie
Wat kunt u zelf doen?
Preventieve maatregelen kunnen van enig nut zijn om voetwratten tegen te gaan. Door niet op blote voeten te lopen in gemeenschappelijke ruimten, zoals zwembaden en gymnastieklokalen, kunt u de kans op infecties verminderen. Heeft u al een voetwrat neem dan altijd eerst contact op voor advies. Voor alle andere wratten zijn deze preventieve maatregelen veel moeilijker of minder praktisch uitvoerbaar.
Diabetes
Diabetes, ook wel suikerziekte genoemd, is een chronische ziekte waarbij de bloedsuikerspiegel niet op pijl blijft. Bij mensen met diabetes lukt het de insuline in het lichaam niet om de bloedsuiker (bloedglucose) stabiel te houden. Iedereen kan deze chronische stofwisselingsziekte krijgen. Al bij de geboorte, of op latere leeftijd. De ziekte treft ruim 1,2 miljoen Nederlanders. Jaarlijks krijgen meer dan 60.000 mensen de diagnose diabetes mellitus.
Voetproblemen bij Diabetes
Voor een persoon met diabetes zijn voetcomplicaties één van de ernstigste complicaties. Ongeveer 1 op de 4 diabeten krijgt te maken met voetproblemen. De problemen die vaak voorkomen zijn:
Beschadiging van de zenuwen (neuropathie)
Het ongemerkt verminderen van het gevoel. Het gevolg kan zijn dat er ongemerkt (zelfs onder een laagje eelt!) wondjes ontstaan die moeilijk genezen.
Verminderde doorbloeding (angiopathie)
Als de bloedvaten niet goed werken, kan het zijn dat er pijnklachten (vaak kuitkramp) aanwezig zijn tijdens het lopen, die wegtrekken bij even stilstaan.
Verstijving van de gewrichten (limited joint mobility)
Door een verstoorde bloedsuikerspiegel, kan suiker zich aan gewrichtskapsels gaan binden. Hierdoor wordt het kapsel stijver en kunnen de gewrichten minder makkelijk bewegen.
Standsafwijkingen
Standsafwijkingen van de voet kunnen voor vergrote druk en wrijving op de voet zorgen.
Infecties
Met diabetes bent u vatbaar voor infecties, zoals schimmelinfecties van de huid en/of nagels.
Vaak worden problemen aan de voeten pas laat ontdekt, meestal is er al een wond ontstaan of wil een in eerste instantie ogenschijnlijk onschuldig wondje maar niet genezen voordat er ontdekt wordt dat er complicatie aan de voeten zijn. Het is daarom van belang om de voeten preventief minimaal eenmaal per jaar te laten controleren door een deskundige. In eerste instantie wordt dit gedaan door de huisarts of praktijkondersteuner. Bij aanwezigheid van risicofactoren zullen de controles ook bij de podotherapeut worden gedaan. Deze preventieve maatregelen zijn nodig om te voorkomen dat complicaties lijden tot infecties en/of amputaties.
Wat kan een podotherapeut voor u betekenen
Het is belangrijk om de complicaties in de voet in kaart te brengen en te bepalen welke risico’s u loopt of voetproblemen. De podotherapeut voert eerst een uitgebreid onderzoek uit, waarbij de huid wordt gecontroleerd op temperatuur, druk- en eeltplekjes en de stand van uw voeten. Met een stemvork en monofilament onderzoekt de podotherapeut het gevoel in uw voeten. Zo wordt bepaald of het gevoel vermindert is. Uw bloedvaten worden gecontroleerd met een Doppler op een goede doorbloeding.
Vervolgens wordt er gekeken naar de bewegelijkheid van de gewrichten van uw voeten. . Een beperkte mobiliteit van gewrichten leidt namelijk tot een afwijkend looppatroon van de voet. Dit zorgt voor een toename van druk.
Na het uitgebreide onderzoek wordt er samen met u gekeken naar de mogelijke risico’s en wordt er een behandelplan op maat opgesteld o de kans op problemen zo laag mogelijk te houden. Dit kan zijn; zooltherapie, wondverzorging, advies omtrent schoenen en voetverzorging, vilttherapie, siliconenorthese en verzorging van de voeten (nagels en eelt).
Zorgprofiel
De voetzorg bij diabetespatiënten is opgedeeld in zorgprofielen. Hoe hoger het zorgprofiel, hoe meer voetzorg noodzakelijk is. U loopt dan namelijk meer risico op een wond. De indeling van zorgprofielen bepaalt tevens hoeveel u vergoed krijgt voor de behandeling bij de podotherapeut en pedicure. De hoogte van het zorgprofiel wordt bepaald door uw (huis)arts. Heeft u een zorgprofiel 1 of hoger dan komt u terecht bij een podotherapeut die samen met u een behandelplan opstelt om de kans op voetproblemen zo klein mogelijk te maken.
Adviezen
- Controleer dagelijks uw voeten op rode plekjes, blaartjes of wondjes
- Houdt uw huid soepel door uw voeten dagelijks in te smeren met een zachte/vette crème
- Zorg dat uw schoenen goed passen en controleer deze op steentjes vóór u ze aantrekt
- Loop nooit op blote voeten!
- Neem nooit een voetenbad!
- Laat de verzorging van uw voeten over aan de (medisch) pedicure of podotherapeut
- Bel direct met de podotherapeut wanneer u een wond ontdekt aan uw voet!
Jicht
Pathofysiologie
Jicht is een ontsteking in een gewricht die wordt veroorzaak door het onvermogen van het lichaam om urinezuur af te voeren, waardoor het lichaam deze gaat omzetten in een vaste vorm, urinezuurkristallen. De ontsteking kan op verschillende plaatsen in het lichaam tot uiting komen en veroorzaakt (acute) pijn. Jicht wordt veel gezien in de voeten, zoals in de enkels, en in de tenen.
Symptomen
Het belangrijkste symptoom van jicht is (acute) pijn in het aangedane gewricht. Die pijn kan zo extreem zijn dat staan of lopen met de aangedane voet bijna niet mogelijk is. Ook het aanraken van de voet kan enorm gevoelig zijn. De voet kan rood, warm en gezwollen zijn en de huid kan er rood glanzend uitzien. De pijn neemt meestal na een aantal dagen af. In sommige gevallen kunnen er knobbels ontstaan. Dit zijn ophopingen van gekristalliseerde urinezuren. Dit worden ook wel jicht- of thopiknobbels genoemd.
Oorzaak
De oorzaak van jicht is een ophoping van urinezuurkristallen. Om het lichaam te beschermen tegen verzuring zet het lichaam zuren om in kristallen. Deze kristallen kunnen zich vastzetten in gewrichten. Meestal de gewrichten aan de uiteinde van het lichaam zoals in de handen of in de voeten.
Behandeling
De behandeling van Jicht is erop gericht de pijn te verminderen en de aanval zo snel mogelijk tegen te gaan. In overleg met de huisarts kunnen hier bepaalde medicatie voor voorgeschreven worden. Daarnaast is het belangrijk om de aangedane voet zo min mogelijk te belasten en de voet bij voorkeur hoog te leggen. Wanneer de pijn wegtrekt is het belangrijk om de voet juist weer wel te gaan bewegen zodat de voet niet verstijft of verkrampt en te voorkomen dat de klachten sneller en heftiger terugkeren.
Wat kunt u zelf doen?
Probeer zoveel mogelijk (basisch) water te drinken, zon 1 a 2 liter per dag om het lichaam te helpen ontzuren. Drink geen alcohol en vermijd voedingsmiddelen die rijk zijn aan purine.
Reuma
Reuma is een verzamelnaam voor meer dan 100 verschillende aandoeningen aan gewrichten, spieren, pezen en botten, die niet door een ongeval zijn veroorzaakt. Iedereen kan reuma krijgen en het kan zich voordoen op elke leeftijd. De meest voorkomende klachten zijn pijn, stijfheid in gewrichten of spieren, vermoeidheid en moeite met bewegen. Eén op de negen mensen in Nederland heeft een vorm van reuma. Naar schatting krijgt 80 tot 96% van de mensen vroeg of laat te maken met voetproblemen.
Voetproblemen bij Reuma
Veel mensen met reuma hebben pijn of stijfheid aan hun voeten. Zelfs als medicatie goed werkt, kunt u last hebben van uw voeten. Hierdoor kunnen het lopen en staan een pijnlijke belemmering worden in het dagelijks leven. Veel voorkomende klachten bij mensen met reuma zijn:
- Pijnlijke, rode en gezwollen gewrichten:
Als gevolg van ontstekingen kunnen de gewrichten pijnlijk, rood en gezwollen zijn. Hierdoor kan het moeilijk zijn om uw schoenen te dragen, of uw voeten te bewegen. Verandering van de stand, maar ook het ontstaan van knobbels aan voeten en tenen.
Als gevolg van vergroeiingen en standsverandering van de voeten verandert de drukverdeling onder de voet. Dit kan ervoor zorgen dat u last krijgt van drukplekken en/of wondjes. - Gevoel van stijfheid in de voeten:
Doordat de gewrichten verstijven kan het lopen moeilijker worden. U kunt bijvoorbeeld de voet niet meer goed afwikkelen vanwege een stijve enkel of voorvoet. - Vermoeid gevoel in voeten en benen
- Verlies van het gevoel (neuropathie):
Door de reuma kan er schade ontstaan in de zenuwen. Hierdoor kan er (soms ongemerkt) vermindering van gevoel ontstaan. - Wondjes (die moeizaam genezen):
De huid en de nagels kunnen kwetsbaar worden, waardoor er makkelijker wondjes ontstaan die soms maar moeizaam genezen. - Slecht passende schoenen:
Doordat de voeten van vorm veranderen, de voeten pijnlijk en/of gezwollen zijn door ontstekingen en de huid kwetsbaarder wordt, kan het zijn dat u moeite heeft om goed passende schoenen te vinden.
Wat kan de podotherapeut doen
Volledige genezing van de reumatische voetklacht is niet mogelijk, maar vaak kan de podotherapeut u van adviezen voorzien, instructies geven en u behandelen, waardoor wel een vermindering van klachten mogelijk is en kunnen nieuwe klachten voorkomen worden. De behandeling van de podotherapeut kan uit de volgende onderdelen bestaan:
- Het verminderen van drukplekken op de tenen doormiddel van een teenorthese
- Een podotherapeutische zool, om de voetstand te verbeteren en drukplekken onder de voet te verminderen
- Verzorging van wonden en andere huidproblemen
- Adviezen over waar u op kunt letten bij de aanschaf van een paar schoenen
- Doorverwijzen naar andere voetspecialisten als bijvoorbeeld een (medisch) pedicure
Adviezen om voetproblemen zoveel mogelijk te voorkomen.
- Controleer dagelijks uw voeten op rode plekjes, blaartjes of wondjes
- Houdt uw huid soepel door uw voeten dagelijks in te smeren met een zachte/vette crème
- Zorg dat uw schoenen goed passen en controleer deze op steentjes vóór u ze aantrekt
- Loop nooit op blote voeten!
- Neem nooit een voetenbad!
- Laat de verzorging van uw voeten over aan de (medisch) pedicure of podotherapeut
- Bel direct met de podotherapeut wanneer u een wond ontdekt aan uw voet!
Slijmbeurs ontsteking (bursitis)
Pathofysiologie
Overal in ons lichaam bevinden zich slijmbeurzen (ook wel bursa genoemd). Dit zijn kussentjes gevuld met vocht die op plekken zitten waar wrijving ontstaat. Vaak zitten ze op plekken tussen de huid en een botstuk of tussen een pees en het bot. De taak van de slijmbeurs is om ervoor te zorgen dat de structuren makkelijk over elkaar heen kunnen glijden. Normaal gesproken zijn deze bijna onzichtbaar. Dit veranderd echter wanneer ze ontstoken raken. Een ontstoken slijmbeurs noemen we een slijmbeursontsteking. De medische term voor deze ontsteking is Bursitis.
In de benen kan een slijmbeursontsteking op de volgende plekken voorkomen
– slijmbeursontsteking op de heup (bursitis subtrochanterica)
– Slijmbeursontsteking in de knie (Bursitis patellaris)
– Slijmbeursontsteking voor de knieschijf (Bursitis prepatellaris)
– Slijmbeursontsteking achter de knieschijf (Bursitis infrapatellaris)
– Slijmbeursontsteking rondom de lies (Bursitis ilioperctinea/iliopsoas)
– Slijmbeursontsteking rondom aan de binnenzijde van het scheenbeen (Bursitis per anserinus)
– Slijmbeurs aan de achterzijde van de hiel (Achilles bursitis)
Symptomen
De symptomen van een slijmbeursontsteking zijn pijn ter plaatste van de slijmbeurs. Ook het onderliggende gewricht geeft vaak pijn en een gevoel van stijfheid. Afhankelijk van de locatie van de slijmbeurs is er ook warmte, roodheid en zwelling aanwezig. Dit is vooral te zien als de slijmbeurs zich vlak onder de huid bevindt. Bij een dieper gelegen slijmbeurs is dit vaak minder of niet zichtbaar. Een slijmbeursontsteking wordt veel gezien in de knie, heup en ellenboog en schouder.
Oorzaak
Een slijmbeursontsteking ontstaat vaak als gevolg van een overbelasting. Het ontstaat vaak bij belasting waarbij veel dezelfde beweging wordt gemaakt en waardoor er dus veel wrijving en druk op de slijmbeurs komt. Een slijmbeursontsteking kan ook ontstaan door ontsteking van de pees en/of gewricht waar deze bij ligt. De ontsteking van de omliggende structuren kan ervoor zorgen dat ook de slijmbeurs zelf ontstoken raakt. Als laatste kan een slijmbeurs geïrriteerd of ontstoken raken als gevolg van een klap of val op de slijmbeurs.
Behandeling
De slijmbeursontsteking zelf zal met rust langzaam weer over moeten kan. Echter kan het een hardnekkige klacht zijn waarbij verder behandeling doormiddel van een injectie gegeven door een arts of specialist noodzakelijk kan zijn. Daarnaast kan de podotherapeut afhankelijk van de locatie helpen om de druk op een slijmbeurs te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld door een druk verminderende verbandtechniek toe te passen.
Voor het bevorderen van het herstel, en het voorkomen van recidief is het ook belangrijk om de oorzaak van de klachten aan te pakken. Lichte de oorzaak van de overbelasting in een afwijkende stand van de voeten of de benen dan kan een podotherapeutische zool helpen om de stand te corrigeren. Daarnaast kan de podotherapeut helpen bij advies over welke schoenen het beste gedragen kunnen worden.
Wat kun je zelf doen
Een slijmbeursontsteking geneest meestal vanzelf. Probeer het gewricht waar de slijmbeurs zich bevindt zoveel mogelijk rust te geven. Hoe minder belasting de slijmbeurs krijgt, hoe makkelijker deze kan genezen.